Vuelta 2023: Vijf etappes om voor thuis te blijven
foto: Cor Vos
JulianDubbeld
zaterdag 26 augustus 2023 om 09:30

Vuelta 2023: Vijf etappes om voor thuis te blijven

De Vuelta a España is gewoonlijk de grote ronde waarin het meeste wordt geklommen. Jaarlijks doet de organisatie er weer alles aan om zo spectaculair mogelijke etappes uit te tekenen. In 2023 is dat weer goed gelukt. WielerFlits zocht vijf ritten uit om voor thuis te blijven: van de klim van Jetse Bol tot een achtbaan op de voorlaatste dag.

Donderdag 31 augustus – Javalambre Observatorium

Etappe 6 naar Javalambre Observatorium

De zesde dag in de Vuelta brengt het peloton naar de sterrenwacht in Javalambre. Om daar te komen moeten de renners de Pico del Buitre over. Het is een klim die Jetse Bol maar al te goed kent. Hij eindigde in 2019 als tweede in een Vuelta-rit naar de sterrenwacht achter ploegmaat Angel Madrazo.

De Pico del Buitre is daarnaast een zware klim waarin zeker verschillen zullen ontstaan tussen de klassementsrenners. De klim begint redelijk makkelijk met een aantal kilometer waarin het stijgingspercentage gemiddeld niet hoger dan 6 procent ligt, maar wordt geleidelijk aan steiler en steiler. In de laatste vijf kilometer komt het stijgingspercentage nauwelijks meer onder de 10 procent uit.

Wat  deze eerste categorie-klim verder zo lastig maakt, is dat elke kilometer wel stroken boven de 15 procent heeft. Het gaat van parkeren, tot jezelf weer optrekken. Met een beetje fantasie zou je de Pico del Buitre een soort Spaanse Planche des Belles Filles kunnen noemen.


Zaterdag 2 september – Xorret de Catì

Etappe 8 naar Xorret de Catì

De achtste etappe twee dagen later is er ook een om voor thuis te blijven. De etappe gaat voor de meeste coureurs over bekend terrein, aangezien veel renners in de omgeving van Dénia zich ’s winters voorbereiden op het nieuwe seizoen. Aan de Costa Blanca heeft de organisatie een rit met drie beklimmingen van tweede categorie, een van derde categorie en een verschroeiend steile slotklim van eerste categorie uitgestippeld.

De meeste coureurs zullen de Alto de Vall d’Ebo (7,9 km aan 5,9%), Puerto de Tollos (4,2 km aan 5,6%) en de Puerto de Benifallim (9,5 km aan 4,9%) niet vreemd zijn aan het begin van de rit. Waar het in deze rit echter allemaal om te doen is zaterdag, zijn de klimmen die verder het Spaanse binnenland in liggen.

De Puerto de Carrasqueta (10,9 km aan 4,9%) mag nog een opwarmertje worden genoemd, de slotklim zeker niet meer. Op de Xorret de Catí rijst het wegdek 3,8 kilometer lang met een gemiddelde van 11,4 procent. Vlak voor de top liggen er stijgingspercentages van meer dan twintig procent.

Wout Poels weet ook hoe het is om te winnen op deze loodzware klim. In de Ronde van Valencia in 2016 reed de Limburger hier Benat Intxausti, Ion Izagirre en Fabio Aru op bijna een halve minuut. Om maar aan te geven dat een klassementsrenner op deze klim zeker een slag kan slaan.


Vrijdag 8 september – Col du Tourmalet

Etappe 13 naar de Col du Tourmalet

Een Vuelta-etappe op Frans grondgebied. Op vrijdag 8 september gaat het gebeuren. In 134 kilometer rijden de coureurs over de Col d’Aubisque (16,5 km aan 7,1%),  Col de Spandelles (10,3 km aan 8,3%) en de Col du Tourmalet (18,9 km aan 7,4%).

De etappe kan gezien worden als een goedmakertje voor de Vuelta van 2020, toen de ronde ook een uitstapje naar de Tourmalet zou hebben. Door het coronavirus kon dat destijds niet doorgaan: de karavaan mocht de grens niet over. Nu hoopt de ASO met de Vuelta wel voor het eerst in de geschiedenis over de meest beklommen col van de Tour de France te rijden.

De Tourmalet en de Aubisque mogen inmiddels bekende klimmen worden geacht, de Spandelles is misschien nog iets minder bekend. Dat zal na deze vrijdag anders zijn. Alhoewel deze klim in vergelijking met de Aubisque en de Tourmalet ‘slechts’ eerste categorie is, heeft deze klim elke kilometer wel stijgingspercentages richting de vijftien procent. Boven op de top zijn ook nog eens bonificatieseconden te verdienen.

Vuurwerk op komst dus, met drie loodzware beklimmingen en meer dan 4000 hoogtemeters in slechts 134 kilometer. In deze etappe zullen er zeker lijken uit de kast komen.

Woensdag 13 september – Alto de l’Angliru

Etappe 17 naar Alto de l’Angliru

Deze etappe heeft alleen maar de Alto de l’Angliru nodig om voor thuis te blijven. De klim heet niet voor niets ‘het beest van Asturias’ en tv-kijkers zullen er op woensdag 13 september nog maar eens aan herinnerd worden waarom. De Alto de l’Angliru (12,4 kilometer aan 10,3 procent) wordt per kilometer zwaarder en zwaarder.

De eerste vijf kilometer lopen nog gemiddeld 8 procent omhoog, de tweede helft stijgt gemiddeld 15 procent met uitschieters van 23 procent. Uitgemergeld zullen de renners over de finish komen woensdag, zoals dat in 2020 ook al gebeurde. Ondanks berenwerk van Jonas Vingegaard verloor Primož Roglič destijds zijn leiderstrui aan Richard Carapaz. Uiteindelijk zou Roglič in de ritten die volgden de schade alsnog herstellen.

Het is de negende keer de Alto de l’Angliru in de Vuelta is opgenomen.


Zaterdag 16 september – Slopende laatste bergrit

Etappe 20 naar Guadarrama

De twintigste etappe in de Vuelta laat zich het beste vergelijken met een achtbaan. Tijdens de hele rit rijden de renners alleen maar op en af. Onderweg liggen er liefst tien gecategoriseerde beklimmingen. Klassementsrenners mogen zich voorafgaand aan deze etappe nog niet veilig wanen, want er gaat nog genoeg gebeuren.

De gehele dag volgen de cols elkaar rap op. Zo is na ruim dertig kilometer koers de Puerto de La Cruz Verde (7 km aan 5%) aan de beurt. Een afdaling richting Robledo de Chavela brengt de renners vervolgens op een rondje van 53 kilometer dat tweemaal wordt aangedaan. Dit rondje bestaat uit de beklimming van La Escondida (9 km aan 4,1%), Alto de Santa María de la Alameda (5 km aan 5,6%) en Alto de Robledondo (5,1 km aan 4,8%). De tweeloop brengt de renners op 48 kilometer van de streep.

In deze finale staat een oude bekende op het menu. De Puerto de la Cruz Verde (7,2 km aan 3,9%) wordt wederom beklommen, maar ditmaal vanaf de andere kant. Na negen cols resteert nog één laatste uitdaging, de Alto San Lorenzo de El Escorial (4,6 km aan 4,4%). De top ligt 13 kilometer van de streep. Na een afdaling van 5 kilometer rijden de renners in een vlakke lijn naar de finish. Om duizelig van te worden!

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.