Vuelta 2023: Voorbeschouwing favorieten puntenklassement – Roglic voor zijn derde?
Na de wereldkampioenschappen wielrennen in het Schotse Glasgow mogen we ons alweer opmaken voor een volgend groot wielerevenement: de 78ste editie van de Vuelta a España. We blikken de komende dagen onder meer vooruit op de strijd om het puntenklassement. De rappe mannen lijken in het voordeel, maar gaat er wel een sprinter met de groene trui aan haal? WielerFlits blikt vooruit!
Historie
Voor de eerste editie van de Vuelta a España moeten we terug naar het jaar 1935, maar het puntenklassement werd pas tien jaar later – in 1945 – geïntroduceerd. De allereerste winnaar was – niet geheel verrassend – een Spanjaard. Delio Rodríguez (1916-1994) trok na negentien etappes aan het langste eind. En dat was nog niet alles voor Rodríguez, die zich dat jaar ook tot eindwinnaar van de Ronde van Spanje wist te kronen. De succesvolste telg uit een echte wielerfamilie – zijn broers Pastor, Emilio en Manolo wisten het ook te schoppen tot de profs – stond te boek als een van de beste allrounders van zijn generatie.
Twee jaar na zijn eerste triomf op punten, won Rodríguez voor een tweede (en meteen ook laatste) keer het puntenklassement in zijn nationale wielerronde. De polyvalente coureur werd zo de eerste meervoudige winnaar van het puntenklassement, maar records zijn er nu eenmaal om gebroken te worden. Vraag dat maar aan Sean Kelly (1980, 1985, 1986 en 1988), Laurent Jalabert (1994, 1995, 1996 en 1997) en Alejandro Valverde (2012, 2013, 2015 en 2018). De Fransman, Ier en Spanjaard zijn met vier eindoverwinningen (mede-)recordhouders. Opvallend: Kelly, Jalabert en Valverde wisten ook eens de Vuelta te winnen.
Met achttien overwinningen gaat thuisland Spanje fier aan kop in het puntenklassement. Valverde en Rodríguez deden een meer dan aardige duit in het zakje, maar ook Vicente Iturat (1957), Salvador Botella (1958), Antonio Suárez (1961), José Perez-Francés (1964), de eerder dit jaar overleden Domingo Perurena (1972 en 1974), Miguel María Lasa (1975), Francisco-Javier Cedena (1981), Marino Lejarreta (1983), Alfonso Gutiérrez (1987), Roberto Heras (2000) en de veel te vroeg gestorven José María Jiménez (2001) prijken op de erelijst. We zien verder ook veel Duitse, Franse en Belgische vlaggetjes, waardoor er van een Spaanse hegemonie nu ook weer geen sprake is.
Zo ging het puntenklassement liefst dertien keer naar een Belgische winnaar. De legendarische Rik Van Steenbergen was 67 jaar geleden, in 1956, de eerste. Greg Van Avermaet is voorlopig nog altijd de laatste: de afscheidnemende klassiekercoureur won het nevenklassement in de Vuelta van 2008. En de Nederlanders? In de jaren zestig van de vorige eeuw was het Nederland boven met dank aan Bas Maliepaard (1963), Jos van der Vleuten (1966) en Jan Janssen (1967 en 1968), maar vervolgens was het 43 jaar wachten tot er weer een Nederlander (Bauke Mollema) de meeste punten scoorde in de Spaanse rittenkoers.
Mollema wist in de Vuelta van 2011 op het allerlaatste moment toe te slaan, door in de slotetappe naar Madrid op een negende plek te eindigen in de massasprint. Zijn directe concurrent Joaquim ‘Purito’ Rodríguez greep naast de punten en zo mocht de Rabobank-renner zich nog onverhoopt melden op het eindpodium. De inmiddels 36-jarige coureur van Lidl-Trek, die ook dit jaar weer aan de start zal verschijnen van de Ronde van Spanje, hoefde vervolgens geen 43 jaar te wachten op een vaderlandse opvolger. Fabio Jakobsen trok tien jaar later het puntenklassement naar zich toe en zette zo de kroon op een succesvolle rentree.
De laatste twee edities zijn de sprinters weer aan zet, als we kijken naar de strijd in het puntenklassement, maar dat is niet altijd zo geweest. Dat de Vuelta jarenlang een standaard puntentelling had, speelde in het voordeel van de klimmers en zo kon het gebeuren dat renners als Mollema, Valverde, Chris Froome en Primoz Roglic er met de trui vandoor gingen. Alleen sterk klimmende sprinters als John Degenkolb (2014) en Fabio Felline (2016) doorbraken de hegemonie van klassementsrenners, maar het kostte in het geval van Felline wel bloed, zweet en tranen.
Iets wat door de jaren heen ook is veranderd, is de kleur van de trui. Die is nu al enkele jaren groen, maar dat was niet altijd zo. De leider in het puntenklassement kreeg van 1945 tot en met 1986 een blauwe trui en dat zou – uitgezonderd van de jaren 1987, 1988 en 1989 – tot 2008 nog zo blijven. Aan het einde van de jaren tachtig prijkten er even gele vissen op de puntentrui. Sinds 2009 ontvangt de leider in het puntenklassement de inmiddels bekende groene trui, die gesponsord wordt door autofabrikant Skoda.
Laatste tien winnaars puntenklassement Vuelta
2022: Mads Pedersen
2021: Fabio Jakobsen
2020: Primož Roglič
2019: Primož Roglič
2018: Alejandro Valverde
2017: Chris Froome
2016: Fabio Felline
2015: Alejandro Valverde
2014: John Degenkolb
2013: Alejandro Valverde
Vorig jaar
Het puntenklassement van de Vuelta a España kende afgelopen seizoen slechts twee leiders, en echt spannend om de zege werd het nooit. Daar was de dominantie van Mads Pedersen nu eenmaal te groot voor. De Deense oud-wereldkampioen moest in de eerste Vuelta-dagen echter nog wel zijn meerdere erkennen in Sam Bennett. De Ier kende maar een moeizame aanloop richting de 77ste Ronde van Spanje, maar stak op het goede moment in de juiste vorm.
Dat bleek wel tijdens de driedaagse Vuelta-passage door Nederland. De sprinttroef van BORA-hansgrohe snelde bij de eerste sprintconfrontatie in Utrecht naar de zege en was een dag later eveneens de snelste in de sprint in Breda. Met een twee op twee, en een voorsprong van 37 punten in het puntenklassement, trok een van zelfvertrouwen blakende Bennett naar Spanje. De snelle Ier wist in de vier daaropvolgende ritten zijn leidende positie te behouden, al zag hij Pedersen wel steeds dichterbij sluipen.
Na zes etappes was het verschil tussen Bennett (127) en Pedersen (118) nog maar negen punten in het voordeel van Bennett, maar die laatste wist in de zevende rit met aankomst in Cistierna wel weer uitstekende zaken te doen in de strijd om het groen. Bennett won dan wel niet de etappe, maar vergrootte met een zesde stek zijn voorsprong weer naar vijftien punten. De wielerfan leek vooral de grote winnaar, maar werd enkele dagen later beroofd van een interessante strijd om groen.
Bennett testte namelijk positief op COVID-19 en moest de Vuelta verlaten. Pedersen ging op dat moment overigens al aan de leiding in het puntenklassement, maar het verschil met zijn Ierse tegenstrever was nog altijd maar vijf punten. Na de opgave van Bennett lag de weg helemaal open voor Pedersen, al doen we de Deen hiermee tekort. De renner van (toen nog) Trek-Segafredo bleek namelijk een klasse apart en won met groot machtsvertoon de strijd (was het wel een strijd?) om de groene trui.
Pedersen sloeg op dagen dat er moest worden gesprint keihard toe, maar was ook onderweg zeer bedrijvig en wist in de selectieve etappes vaak de benodigde punten te sprokkelen bij de tussensprints, door in de aanval te gaan. De krachtpatser snelde in Montilla, Tomares en Talavera de la Reina naar de overwinning en zette in de slotrit naar Madrid nog bijna een extra kers op een al zeer smakelijke taart.
Aan het einde van de rit kwam Pedersen uit op 409 punten, bijna het dubbele (186 punten) van zijn eerste ‘belager’ Fred Wright. Over een dominant optreden gesproken!
Eindstand puntenklassement Vuelta 2022
1. Mads Pedersen (Trek-Segafredo) – 409 punten
2. Fred Wright (Bahrain Victorious) – 186 punten
3. Enric Mas (Movistar) – 138 punten
4. Remco Evenepoel (Quick-Step Alpha Vinyl Team) – 133 punten
5. Marc Soler (UAE Emirates) – 133 punten
Puntentelling
De puntentelling in de Vuelta ziet er sinds 2021 anders uit dan in voorgaande jaren. Voorheen waren er 25 punten voor de winnaar, ongeacht of het een sprintetappe, bergrit of tijdrit was. Nu wordt voor het derde jaar op rij – aan de hand van de zwaarte van de rit – beoordeeld of de winnaar 50, 30 of 20 punten toebedeeld krijgt.
En de huidige puntentelling is zeker niet in het voordeel van de klimmers, aangezien er in de vlakke etappes 50 punten zijn te verdienen. Net zoals in de Tour de France, dus. De kans lijkt niet heel erg groot (alhoewel) dat een klassementsrenner aan de haal gaat met het puntenklassement. De winnaar van een zware bergrit krijgt namelijk ‘maar’ 20 punten. Om u een idee te geven: dat is evenveel als de de nummer drie in een vlakke rit.
De organisatie van de Vuelta heeft het puntenklassement als volgt vormgegeven: 20 punten voor de winnaar in de individuele tijdrit (rit 10) en zware bergetappes (ritten 3, 6, 8, 11, 13, 14, 17, 18 en 20), 30 punten voor de winnaar in heuvelritten (ritten 2, 5, 9, 12, 15 en 16) en 50 punten voor de winnaar in sprintetappes (ritten 4, 7, 19 en 21). De tussensprints zullen een grotere rol van betekenis spelen, omdat daar in elke etappe nog eens 20 punten zijn op te rapen – in tegenstelling tot de 3 punten die ze in voorgaande jaren vergaven.
Bij een gelijke stand in punten wordt er gekeken naar het aantal etappezeges. Als ook dit aantal hetzelfde is, zijn de overwinningen in tussensprints en daarna de stand in het algemeen klassement doorslaggevend.
Vlakke etappes (Etappes 4, 7, 19 en 21)
Aan de finish: 50 – 30 – 20 – 18 – 16 – 14 – 12 – 10 – 8 – 7 – 6 – 5 – 4 – 3 – 2 (eerste 15 renners)
Heuvelachtige etappes (Etappes 2, 5, 9, 12, 15 en 16)
Aan de finish: 30 – 25 – 22 – 19 – 17 – 15 – 13 – 11 – 9 – 7 – 6 – 5 – 4 – 3 – 2 (eerste 15 renners)
Bergetappes (Etappes 3, 6, 8, 11, 13, 14, 17, 18 en 20)
Aan de finish: 20 – 17 – 15 – 13 – 11 – 10 – 9 – 8 – 7 – 6 – 5 – 4 – 3 – 2 – 1 (eerste 15 renners)
Individuele tijdrit (Etappe 10)
Aan de finish: 20 – 17 – 15 – 13 – 11 – 10 – 9 – 8 – 7 – 6 – 5 – 4 – 3 – 2 – 1 (eerste 15 renners)
Tussensprint (één per etappe)
Elke tussensprint: 20 – 17 – 15 – 13 – 10 (eerste 5 renners)
Favorieten
De kans dat we in de aankomende Ronde van Spanje een paar keer gaan sprinten om de overwinning is zeer reëel, maar toch is het sprintersveld van de Vuelta a España niet van het allerhoogste niveau. En dan drukken we ons nog voorzichtig uit. Fabio Jakobsen, Dylan Groenewegen, Jasper Philipsen, Tim Merlier, Arnaud Démare, Olav Kooij… De echte topsprinters schitteren door afwezigheid. Er staan wel een paar rappe mannen aan de start, maar daar is dan ook alles mee gezegd.
Dit heeft natuurlijk ook gevolgen voor de strijd om de groene puntentrui. Hoeveel kansen tellen we eigenlijk voor de rappe mannen in het peloton? De organisatie heeft over vier écht vlakke etappes, we denken zelf toch aan zes sprintopportuniteiten en voor de goed klimmende sprinters zit er misschien nog wel meer in het vat. De strijd om de groene trui wordt voornamelijk in de biljartvlakke (voor Spaanse begrippen dan) ritten uitgevochten, als we kijken naar de puntentelling, al zijn de kaarten dit jaar wat anders geschud.
In de 78ste editie van de Vuelta a España kunnen de klimmers met een sterk eindschot en de puncheurs hun hart ophalen. Zo gaan er maar liefst negen etappes door als ‘bergrit’ en verder eindigen er nog meerdere ritten na een lastige finale/op een korte en bovenal steile slotklim. Primož Roglič zal het ongetwijfeld graag horen. De Sloveen is een van de topfavorieten voor de eindzege in de Spaanse rittenkoers, maar is ook de voornaamste kandidaat voor de groene trui. Waarom? Omdat Roglič nu eenmaal geknipt is voor de vaak explosieve Vuelta-finales. Dat heeft hij in het verleden al ruimschoots bewezen.
De 33-jarige renner van Jumbo-Visma won de Ronde van Spanje al drie keer in zijn carrière, om precies te zijn in 2019, 2020 én 2021, maar hij was in die jaren ook twee keer de sterkste in het puntenklassement. In 2019 en 2020 stond er met de oude puntentelling geen maat op de Sloveen, in 2021 moest hij met de nieuwe puntentelling alleen zijn meerdere erkennen in Fabio Jakobsen. Het verschil tussen de Nederlandse sprinter en Roglic was toen overigens maar 51 punten. Dit jaar staat er geen absolute topsprinter aan het vertrek van de Vuelta en dit speelt in het voordeel van de drievoudige Vuelta-winnaar.
Een goede Roglic zal in de meeste etappes de nodige punten sprokkelen voor de groene trui en dan kom je automatisch bovendrijven in de strijd om het puntenklassement. De kopman van Jumbo-Visma is alleen niet de enige klassementsrenner die groene ambities mag koesteren. Remco Evenepoel is zeker een te duchten concurrent. De Belg hoopt vooral voor een tweede opeenvolgende keer de Vuelta te winnen, maar de titelverdediger zal als sportieve veelvraat een eventuele groene trui zeker niet laten liggen. Evenepoel staat dan wel niet bekend als een pijlsnelle sprinter, de renner van Soudal Quick-Step heeft wel gewerkt aan zijn explosiviteit.
Evenepoel zet op zijn 23ste nog altijd flinke stappen en mag zich inmiddels ook wel beschouwen als een zeer goede puncheur. Roglic is in een sprint bergop misschien nog wel een tikkeltje sneller/snediger, maar de wereldkampioen van Wollongong kan na een zware koers inmiddels wel rekenen op een vlijmscherpe sprint. Dit komt zeker van pas in zijn jacht op bonificatieseconden en (bijbehorende) punten voor de groene trui. Vorig jaar was Evenepoel al vierde in het puntenklassement, weliswaar op grote achterstand van de ongenaakbare Mads Pedersen, maar op slechts vijf punten van nummer drie Enric Mas.
Nu we het toch over de klassementsrenners hebben: we verwachten de komende weken ook wel het nodige van Tourwinnaar Jonas Vingegaard – teamgenoot van Roglic en mede-kopman bij Jumbo-Visma – en UAE Emirates-ploeggenoten João Almeida en Juan Ayuso. Deze renners zijn niet meteen de grote favorieten voor de groene trui, maar kunnen in de vele heuvel- en bergetappes wel goede zaken doen. Mocht een Vingegaard in, laten we zeggen, twaalf etappes punten kunnen sprokkelen, dan moet je als meer pure sprinter al van zeer goede huize komen om nog aan het langste eind te trekken.
Marijn van den Berg zal maar wat graag het tegendeel willen bewijzen. De 24-jarige Nederlander maakt zich op voor de allereerste grote ronde uit zijn nog jonge carrière, maar we schuiven hem meteen al naar voren als een van grote favorieten voor de puntentrui. Van den Berg is niet alleen heel erg snel, maar gaat voor een sprinter ook bijzonder goed bergop. De renner van EF Education-EasyPost gaf in zijn tweede profjaar al meerdere visitekaartjes af. Wat we vooral onthouden, is dat hij als rappe man vaak komt bovendrijven na een zeer selectieve finale. Als andere sprinters zijn gelost, zit Van den Berg er nog gewoon bij.
We zagen het dit seizoen onder meer in de Trofeo Ses Salines, La Route d’Occitanie en de Ronde van Polen. Zo won hij in de laatste ronde, toch op WorldTour-niveau, de zeer pittige vijfde etappe met aankomst in Bielsko-Biala. Van den Berg versloeg er, na een rit met meer dan 3.000 hoogtemeters, in een sprint Matej Mohorič, João Almeida en Michal Kwiatkowski. Het zegt iets over de capaciteiten van de groterondedebutant en het maakt van Van den Berg misschien wel de grootste uitdager van Primož Roglič in de strijd om het groen. Van den Berg heeft namelijk een groot voordeel: de coureur kan ook scoren in echt vlakke sprintetappes.
Scoren in vlakke etappes, daar is ook Alberto Dainese erg bedreven in. Je wint niet zomaar twee etappes in de Giro d’Italia, in een veld vol topsprinters. De 25-jarige Italiaan van Team dsm-firmenich versloeg in de voorbije editie van de Ronde van Italië nog Jonathan Milan, Michael Matthews, Fernando Gaviria en Pascal Ackermann. In de komende Vuelta oogt het sprintersgilde een pak minder indrukwekkend, en dus sluiten we niet uit dat Dainese zal uitgroeien tot de grote slokop in de sprints.
In de ritten die naar alle waarschijnlijkheid zullen eindigen in een sprint, is het tevens uitkijken naar Bryan Coquard (Cofidis), Juan Sebastián Molano (UAE Emirates), Milan Menten (Lotto Dstny) en Andrea Vendrame (AG2R Citroën). Bij een gebrek aan topsprinters kunnen deze mannen hoog eindigen, en daarmee een sloot aan punten binnenhalen. Molano is op papier een van de snelste mannen aan het vertrek en kan ook uit de voeten op een selectiever parcours. Coquard, Menten en Vendrame gaan zelfs nog beter bergop. Ze missen wellicht de intrinsieke snelheid, al hoeft dat in dit sprintveld geen problemen op te leveren.
Onze laatste ster gaat naar een renner die – net als Marijn van den Berg – voor zijn debuut staat in een grote ronde. De nog altijd maar 20-jarige Romain Grégoire wordt een grote toekomst toegedicht. De renner van Groupama-FDJ wordt vaak vergelijken met een zekere Julian Alaphilippe. Na enkele zeer succesvolle seizoenen bij de junioren en beloften, maakt hij ook bij de profs al furore. De neoprof won dit jaar al vijf wedstrijden. Gregoire was in mei de beste in de Vierdaagse van Duinkerke en afgelopen zondag kroonde hij zich nog tot eindwinnaar van de Tour du Limousin.
Met zijn vorm zit het met andere woorden wel snor. Gregoire is met zijn vlijmscherpe versnelling bergop en snelle benen een gevaarlijke outsider voor de groene puntentrui. De vraag is wel of de Fransman al drie weken op een hoog niveau kan presteren. We moeten echter meteen denken aan een bekend gezegde in de koers: wat goed is, komt snel.
Verder houden we rekening met sprinters Kaden Groves (Alpecin-Deceuninck), Gerben Thijssen (Intermarché-Circus-Wanty) en Jon Aberasturi (Lidl-Trek), klassementsmannen Aleksandr Vlasov (BORA-hansgrohe) en Enric Mas (Movistar) en puncheurs Ivan García (Movistar), Santiago Buitrago (Bahrain Victorious), Sergio Higuita (BORA-hansgrohe), Jesús Herrada (Cofidis), Orluis Aular (Caja Rural-Seguros RGA) en Felix Engelhardt (Jayco AlUla).
De definitieve startlijst is op het moment van publiceren nog niet bekend. Het kan zijn dat er later nog aanpassingen doorgevoerd worden.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Primoz Roglic
*** Marijn van den Berg, Bryan Coquard
** Remco Evenepoel, Alberto Dainese, Kaden Groves
* Juan Sebastián Molano, Milan Menten, Jonas Vingegaard, Romain Grégoire
Om te reageren moet je ingelogd zijn.