Weekendinterview: Mathieu van der Poel
zaterdag 20 september 2014 om 10:00

Weekendinterview: Mathieu van der Poel

Van der Poel WI

foto: Sirotti

Mathieu van der Poel staat andermaal aan de vooravond van een wereldkampioenschap. Vorig jaar won hij in Florence de regenboogtrui bij de junioren. Dit seizoen start onze 19-jarige landgenoot bij de beloften. Na een goed wegseizoen, zijn de verwachtingen hoog. In het Weekendinterview overziet hij zijn kansen en bespreekt daarnaast zijn ambities in het veld.

In september van 2013 tekende Mathieu samen met zijn drie jaar oudere broer David een profcontract bij de Belgische crossformatie BKCP-Powerplus, dat hen tot het einde van 2017 aan de ploeg bindt. Dat bracht de nodige veranderingen met zich mee. Zodoende werd de jongste Van der Poel min of meer verplicht om het wegprogramma van zijn ploeg te volgen. Dat betekende dat hij minder met de nationale selectie op pad zou zijn en uiteindelijk zelfs niet één wedstrijd van de UCI Nationscup U23 reed. Daartoe behoren onder meer de Ronde van Vlaanderen voor beloften en de Ronde van de Toekomst.

Van der Poel vond dat echter geen probleem. Sterker nog: de keuze om minder met de KNWU-selectie mee te gaan was een bewuste. “Het afgelopen seizoen is me heel goed bevallen. Het programma van de ploeg richt zich op de voorbereiding op het veldritseizoen. Door niet met de nationale ploeg mee te gaan naar wedstrijden, heb ik tussendoor meer tijd gehad om te rusten. Dat heb ik gedaan omdat ik vorig jaar tegen het einde van het seizoen merkte dat het op was. Nu verwacht ik dat ik minder snel opgebrand zal zijn.”

Dat ik al tot dat soort prestaties in staat zou zijn, had ik niet verwacht.

“Is dat nu jandorie andermaal die dekselse Mathieu van der Poel die het gat op Van Avermaet dichtrijdt?”, vroeg commentator Michel Wuyts zich in de slotetappe van de Ronde van België van dit jaar af. Het was – gevolgd door de ‘Oelalalala’ van Wuyts – inderdaad Matje die in zijn eentje indrukwekkend de sprong maakte vanuit het voorste deel van het peloton. “Daar was ik best verbaasd over. Normaal gesproken kijk je deze koers op TV. En als je die mannen dan ziet gaan, hoop je hen ooit zelf te kunnen volgen. Maar dat ik al tot dat soort prestaties in staat zou zijn, had ik niet verwacht. Al is dat natuurlijk wel leuk”, beaamt de crosser.

Niet heel veel later volgde dan ook zijn eerste profzege: de Ronde van Limburg (1.1), waar hij tot zijn eigen verbazing Paul Martens van Belkin en Gregory Henderson (Lotto-Belisol) het nakijken gaf in de massasprint. Later voegde hij daar ritzeges in de Tour Alsace en de Baltic Chain Tour (beide 2.2) aan toe en schreef in de etappekoers door de Baltische Staten ook het eindklassement op zijn naam. “Stiekem had ik voor het seizoen gehoopt om ergens een koers te winnen op de weg. Maar dat het er zo relatief veel zouden zijn, viel buiten mijn verwachting. Het geeft wel aan dat ik een goed wegseizoen heb gedraaid.”

Het alsmaar durende getouwtrek tussen mensen die menen dat Van der Poel zich beter op de weg zou kunnen richten, doet hem niets. Toch bleek eind juni dat er een clausule in zijn contract staat, die het voor hem mogelijk maakt om al voor 2017 over te stappen naar de weg. Toch heeft dat ploegen niet wakker gemaakt: “Nee, ik heb geen enkel voorstel gehad. Het is niet dat het in mijn lijn der verwachting ligt om nu al een eventuele overstap te maken. Maar als ik een aanbieding zou krijgen die ik niet kan weigeren, dan leg ik dat niet per definitie naast me neer. Daar zou ik wel over nadenken”, spreekt Van der Poel eerlijk. Om daar meteen op terug te komen: “Maar ik voel me nog altijd heel erg goed bij BKCP-Powerplus en ik denk niet dat er heel snel een aanbod op tafel komt die beter voor mij is, op dit moment.”

Zijn goede prestaties van het afgelopen jaar leverden Poeleke een uitnodiging op van bondscoach Johan Lammerts. Als eerstejaars belofte mag hij zich aankomende vrijdag mengen op het strijdveld in het Spaanse Ponferrada. Het niet koersen in zijn categorie was voor de bondscoach geen belemmering om Mathieu thuis te laten. “Nee, want Johan heeft gezien wat ik wél gedaan heb. Hij is zich bewust van mijn capaciteiten, denk ik. Het zou ook geen belemmering mogen zijn. Wel is het natuurlijk zo dat ik nu niet echt een idee heb wat ik kan verwachten, omdat ik amper met mijn leeftijdsgenoten gekoerst heb. Dat is dus moeilijk in te schatten. Maar als het gevoel goed is, is er wel het een en ander mogelijk.”

Om heel eerlijk te zijn, heb ik het profiel nog niet eens bekeken.

De in Kapellen (België) wonende Mathieu zal zich in de loop van de week melden in Spanje. Daar zal hij voor het eerst kennismaken met het parcours. “Ik heb het nog niet verkend”, steekt de Nederlandse beloftenkampioen bij de crossers van wal. “En om heel eerlijk te zijn, heb ik het profiel nog niet eens bekeken. Dat wil ik op mijn gemak doen en helaas ben ik daar nog niet aan toegekomen. Er zijn drieduizend hoogtemeters? Dat zal doorwegen. Dat is wel goed voor mij, want het kan mij niet zwaar genoeg zijn. Als ik dit zo aanhoor, moet het in principe zwaar genoeg voor mij zijn om het verschil te kunnen maken. En ja, ik ga altijd naar een kampioenschap om te winnen. Maar dat is nu moeilijker om te zeggen, omdat ik niet precies weet waar ik sta ten opzichte van mijn leeftijdsgenoten.”

Nederland, waarvan de selectie verder bestaat uit Lennart Hofstede, Sam Oomen, Timo Roosen en Mike Teunissen, beschikt in Ponferrada over een sterke ploeg. “Ik denk dat we alle vijf een kanshebber zijn op goud. En dat is een luxe die wij op dit moment als Nederland hebben. Maar er zijn nog meer sterke blokken. Ook al heb ik dit jaar bijna niet met leeftijdsgenoten gereden, gaf de Ronde van de Toekomst mij een beeld van wie er goed zijn. Ik heb de resultaten van die wedstrijd bijgehouden en bestudeerd. Ik ken niet alle namen, dat spreekt voor zich. Wel heb ik een paar namen een kleurtje gegeven, die ik in de gaten moet houden. Australië is erg sterk met Caleb Ewan en Robert Power.”

“Met Power kan ik mezelf een beetje spiegelen”, gaat Van der Poel verder. “Bergop was ik van hem de gelijke, in de koersen die we samen hebben gereden. Maar ook België heeft een goede ploeg. Louis Vervaeke kwam erg goed voor de dag in de Toekomstronde, terwijl Tiesj Benoot en die Dylan Teuns de laatste weken ook erg sterk rijden. Zelf ga ik ervan uit dat ik in de voorste groep zal zitten op het beslissende moment, maar ik durf nu nog geen resultaat in mijn hoofd te nemen waarmee ik achteraf gezien tevreden ben.”

Amper negen dagen na de strijd om de wereldtitel in zijn leeftijdsklasse, staat Mathieu alweer aan de start van zijn eerst profcross die deel uitmaakt van de Superprestige. In de Drentse zandafgraving nabij Gieten zal hij voor het eerst ruiken aan een klassement bij de profs. “Ik ga er vanuit dat ik er klaar voor ben. In tegenstelling tot vorig jaar heb ik toch iets meer rust ingebouwd, zoals ik al gezegd heb. Veel mensen verwachten van het komende seizoen dat Wout Van Aert en ik (na het tragische wegvallen van Niels Albert, red.) de oude generatie van hun troon stoten. Dat is natuurlijk wel een beetje de bedoeling. Maar aan de andere kant, wij komen ook pas net kijken. We moeten eerst nog maar eens de aansluiting bij de profs zien te vinden. Dat lijkt voor heel veel mensen vanzelfsprekend, maar dat moet allemaal eerst nog”, blijft de zoon van Adrie nuchter.

In een heel vroeg stadium heb ik zelf besloten om bij de profs te gaan rijden. Daar had ik, als ik voor mezelf spreek, graag het hele circuit afgewerkt.

Met het wegvallen van Albert, viel ook de kopman van Mathieu’s BKCP-Powerplus weg. In februari werd al duidelijk dat de jongste Van der Poel in ieder geval één klassement bij de profs wilde crossen. De gebroeders Roodhooft (managers bij de ploeg) hebben echter geen enkele keer gevraagd of Mathieu kopman van de profploeg wilde worden. “Nee, eigenlijk niet. In een heel vroeg stadium heb ik zelf besloten om bij de profs te gaan rijden. Daar had ik, als ik voor mezelf spreek, graag het hele circuit afgewerkt”, vertelt Matje. “Ik heb al een profcontract, dus was die stap misschien ook wel logisch geweest. Maar in overleg met mijn vader en de ploeg kwamen we er toch uit dat het voor mijn toekomst beter was om de Wereldbeker en het WK nog bij mijn eigen leeftijdsgenoten te rijden. Maar voor de rest zal ik alle crossen bij de profs doen.”

De verwachtingen rondom Mathieu zijn hooggespannen. Zelf blijft hij er rustig onder, wat past bij zijn karakter. In de omgang is het een ondeugd, met alle humor en trekjes van een tiener. Maar eenmaal op de fiets verandert Van der Poel in een ambitieuze, jongvolwassen vent die maar één doel heeft: de allerbeste worden. Een echte winnaar twijfelt dan ook niet, maar is wel realistisch: “Ik weet nog niet waar ik sta ten opzichte van de andere crossers. Als het seizoen daar is, zullen we dat vanzelf merken. Maar ik verwacht eigenlijk wel om in elke cross mee van voren te zitten.” Van der Poel heeft echter niet de ambitie om een klassement bij de profs te winnen. “Nee, niet echt. Mijn ambitie is om elke wedstrijd goed voor de dag te komen. En als ik dat doe, komt die topnotering in een klassement vanzelf. Maar het is niet zo dat ik op een eindklassement mik. Het is natuurlijk mooi meegenomen als ik een klassement zou kunnen winnen, maar dit jaar wil ik voornamelijk ervaring op doen.”

Van der Poel bleek bij zijn laatste twee jaar bij de junioren een veelvraat wat zeges betreft en boekte ook als eerstejaars belofte een flink aantal overwinningen. Hoeveel gewonnen wedstrijden hij daar komende winter aan toevoegt, weet hij niet. “Dat is heel moeilijk te zeggen. Ik weet ook niet hoe mijn lichaam erop reageert, door al die wedstrijden bij de profs te rijden. Maar het aantal zeges van de afgelopen drie seizoen herhalen, mag ik niet van mezelf verwachten. Ik heb voor mezelf ook nog niet besloten waar ik mijn topvorm wil halen, al zijn de kampioenschappen altijd belangrijk. Maar dat is voor iedereen zo, dat is niets nieuws”, besluit Mathieu van der Poel tot slot.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.