Het parcours van de Giro d’Italia van 2020 is vandaag officieel onthuld. De 103e editie van de drieweekse rittenkoers begint in Hongarije, maar eindigt drie weken later ‘gewoon’ in Milaan. De organisatie kiest verder voor een kort maar krachtig verblijf op het eiland Sicilië, een lange trektocht langs de Adriatische kust, een loodzware slotweek én drie individuele tijdritten.

De Giro d’Italia week in het verleden al uit naar San Marino, Monaco en het Waalse Seraing. In 1996 werd er zelfs gekozen voor het Griekse Athene. En nog niet zo lang geleden werd er gestart in Herning (Denemarken, 2012) en Belfast (Noord-Ierland, 2014). De Ronde van Italië begon echter nog nooit in Hongarije, maar volgend jaar is hoofdstad Boedapest voor heel even het epicentrum van de koers.

Van Hongarije naar Sicilië 
De Giro begint met een individuele tijdrit van 9,5 kilometer door de straten van Boedapest. Er is gekozen voor het Heldenplein (Hősök tere) als startlocatie van de tijdrit en daarmee ook de ronde. Hierna gaat het over vlakke wegen langs de rivier de Donau en het Parlementsgebouw naar de oude binnenstad, waar de weg plots begint te klimmen naar de finish. De laatste anderhalve kilometer stijgt aan ongeveer 4%.

De renners hoeven na de tijdrit geen lange verplaatsing te maken, aangezien de eerste rit-in-lijn gewoon vertrekt vanuit Boedapest. Het lijkt een etappe voor de sprinters, met onderweg slechts twee klimmetjes. De laatste etappe op Hongaars grondgebied is zo mogelijk nog vlakker. Ditmaal zijn er geen officiële beklimmingen, wat (opnieuw) in de kaart speelt van de snelheidsduivels.

Na drie dagen door Hongarije trekt het peloton naar Italië, al is het eerst tijd voor enkele etappes op het eiland Sicilië. Koersdirecteur Mauro Vegni kiest opvallend genoeg niet voor een rustdag na de derde en laatste Hongaarse etappe, waardoor de renners zich mogen opmaken voor een lange en ongetwijfeld vermoeiende verplaatsing. Het is maar de vraag wat de gevolgen (lees: vermoeidheid) zijn voor de vierde etappe naar het fraaie Agrigento.

Esteban Chaves wint op de Etna, voor ploegmaat Simon Yates – foto: Cor Vos

Vuurwerk op de Etna 
De grote kanonnen zullen waarschijnlijk wachten tot dinsdag 12 mei, als de renners finishen op de beruchte vulkaan Etna, de laatste jaren een terugkerende scherprechter in de Ronde van Italië. Het startschot voor de zesde etappe zal overigens klinken in Catania. Tweevoudig Girowinnaar Vincenzo Nibali, die volgend jaar opnieuw een gooi zal doen naar een derde eindzege, werd 35 jaar geleden geboren op het eiland Sicilië.

Na een derde en laatste etappe op Siciliaanse bodem (Catania-Villafrenca Tirrena) trekken de wielrenners eindelijk naar het Italiaanse vasteland, voor enkele ritten langs de Adriatische kust. Organisator RCS Sports heeft een aantal etappes uitgetekend voor de sprinters en puncheurs, het is nog even wachten op de hoge cols. De eerste rustdag volgt op 18 mei, één dag na de heuvelachtige etappe richting Vieste, wat ooit in Griekse handen was.

Een eerbetoon aan Pantani 
De 103e editie van de Giro d’Italia kan deels worden beschouwd als een eerbetoon aan de betreurde Marco Pantani, de heroïsche Italiaanse klimmer die in 1998 het eindklassement wist te winnen. De drieweekse ronde finisht op woensdag 20 mei namelijk in badplaats Rimini, de plek waar Pantani vijftien jaar geleden zijn laatste adem uitblies. Na enkele verraderlijke etappes naar Cesenatico (waar Pantani deels opgroeide) en Monselice, is het tijd voor de tweede individuele tijdrit.

Het is aan de betere tijdrijders om tussen Conegliano en Valdobbiadene tijd te pakken op de pure klimmers, zeker gezien de zwaarte van de slotweek. Al is de tijdrit van 33,7 kilometer zelf ook niet te onderschatten, de organisatie heeft duidelijk niet gekozen voor een biljartvlakke chronorit. Een dag na de (individuele) tijdrit is het woord aan de berggeiten, met een finish op de top van Piancavallo. In 2017 zagen we Mikel Landa hier nog zegevieren.

Vincenzo Nibali in de aanval op de Mortirolo – foto: Cor Vos

Een loodzware slotweek, drie tijdritten 
Een dag later kunnen de renners even bijkomen van alle hectiek tijdens de tweede en laatste rustdag. En dat is ook wel nodig, aangezien de derde week enkele zware bergritten in petto heeft. De zeventiende etappe finisht op Madonna di Campiglio, de achttiende rit gaat dan weer over de gevreesde Stelvio (het dak van deze Giro) naar Laghi di Cancano. En dan moeten de coureurs nog beginnen aan de helletocht tussen Alba en Sestriere.

De voorlaatste etappe staat te boek als de koninginnenrit, aangezien het dan tijd is voor passages over de Col d’Agnello, Col d’Izoard, de Monginevro en tot slot de fameuze beklimming naar skioord Sestriere. Mochten de verschillen nog speelbaar zijn op de top van Sestriere, dan kunnen we ons opmaken voor een bloedstollende strijd in hartje Milaan. Op de laatste dag staat namelijk een 16,5 kilometer lange tijdrit gepland.

De Giro d’Italia 2020 lijkt geschikt voor renners als Tom Dumoulin en Primož Roglič, aangezien er 58,8 tijdritkilometers op het programma staan, uitgesmeerd over drie individuele tijdritten. Ter vergelijking: de aankomende Tour de France telt slechts één tijdrit van 36 kilometer. Verder kiest de Giro voor negen etappes van boven de tweehonderd kilometer. Tot slot staan er vijf aankomsten bergop op het programma, waarvan drie in de slotweek.

Etappeschema Giro d’Italia 2020
Zat. 9 mei – Etappe 1: Boedapest – Boedapest (individuele tijdrit) (8,6 km)
Zo. 10 mei – Etappe 2: Boedapest – Gyor (195 km)
Ma. 11 mei – Etappe 3: Szekesfehevar – Nagykanizsa (204 km)
Di. 12 mei – Etappe 4: Monreale – Agrigento (136 km)
Woe. 13 mei – Etappe 5: Etna-Etna/Piano Provenzana (150 km)
Do. 14 mei – Etappe 6: Catania – Villafrenca Tirrena (138 km)
Vr. 15 mei – Etappe 7: Mileto – Camigliatello Silano (223 km)
Za. 16 mei – Etappe 8: Castrovillari – Brindisi (216 km)
Zo. 17 mei – Etappe 9: Giovinazzo – Vieste (198 km)

Ma. 18 mei – Rustdag 1
Di. 19 mei – Etappe 10: San Salvo – Tortoreto Lido (212 km)
Woe. 20 mei – Etappe 11: Porto San’Elpidio – Rimini (181 km)
Do. 21 mei – Etappe 12: Cesenatico – Cesenatico (205 km)
Vr. 22 mei – Etappe 13: Cervia – Monselice (190 km)
Za. 23 mei – Etappe 14: Conegliano – Valdobbiadene (individuele tijdrit) (33,7 km)
Zo. 24 mei – Etappe 15:  Rivolto – Piancavallo (183 km)

Ma. 25 mei – Rustdag
Di. 26 mei – Etappe 16: Udine – San Daniele del Friuli (228 km)
Woe. 27 mei – Etappe 17: Bassano del Grappa – Madonna Di Campiglio (202 km)
Do 28. mei – Etappe 18: Pinzolo – Laghi di Cancano (209 km)
Vr. 29 mei – Etappe 19: Morbegno – Asti (251 km)
Za. 30 mei – Etappe 20: Alba – Sestriere (200 km)
Zo. 31 mei – Etappe 21: Cernusco di Naviglio – Milaan (individuele tijdrit) (16,5 km)