foto: Sirotti

Het was een raar beeld om te zien in de etappe van maandag. Toen het peloton in de Dauphiné Libre tijdens de eerste etappe in de finale gas gaf op een beklimming van de vierde categorie, vloog Andy Schleck er achteraan meteen af. En dat geeft RadioShack-Nissan-Trek-ploegleider Johan Bruyneel stof tot nadenken. ”Dit is zonder meer zorgwekkend”, zo zei de Belg tegen Sportwereld.

”Dit scenario hadden we niet verwacht”, zo ging Bruyneel verder. ”Ik denk dat het een gebrek aan competitieritme is. Kan dat volstaan als uitleg? Dit is geen disaster, maar het is toch beter dat zulke zaken niet gebeuren. Andy heeft nog een beetje tijd tot de Tourstart, maar mirakels bestaan niet in deze sport. Dit is zonder meer zorgwekkend.”

Bruyneel uitte vorige week ook al kritiek op, in dit geval, de gebroeders Schleck. Hij zei dat alleen Cancellara op dit moment zeker was voor de Tour. Nu zijn beoogde kopman in de finale direct loste op een molshoop en over 5,7 kilometer tijdens de proloog al 28 en 23 seconden verloor op naaste concurrenten Wiggins en Evans, tast Bruyneel even in het donker: ”Ik zou niet weten wat ik Andy nu moet vertellen. Als je als klimmer bergop lost, heb je zelf genoeg stof tot nadenken.”

Met het verlies in de proloog in het achterhoofd, zal er donderdag in de 53,5 kilometer lange individuele tijdrit met minuten naar Schleck worden gesmeten. Toch denkt de man die Armstrong zeven Tour’s zag winnen niet dat de proloog reden is tot paniek. ”Ik weiger besluiten te trekken uit zo’n proloog. Zijn positie op de fiets was goed. Uit dat resultaat leerde ik niets, maar wat hier op dat laatste klimmetje gebeurde, is iets totaal anders. Op het einde van deze week zullen we al veel wijzer zijn. Dan weten we exact of het een gebrek aan competitieritme is”, aldus Bruyneel.