Vandaag werd bekend dat de 106e editie van de Tour de France over enkele mythische reuzen gaat. “Een uitdaging”, zo is viervoudig Tourwinnaar Chris Froome van mening. “Het zorgt voor iets extra’s”, zo liet hij na afloop van de presentatie weten aan de NOS.

Met de Col du Tourmalet, Col d’Izoard, Galibier, Iséran en Val Thorens gaan er flink wat beklimmingen boven de tweeduizend meter hoogte. “Dat springt er echt uit”, aldus Froome. “Verder is het lastig om nu al een goede indruk te krijgen van de komende Tour. Ik zal het parcours eerst nog goed moeten bestuderen, om tot een definitieve conclusie te komen.”

Opvallend is verder het beperkte aantal kilometers tegen de klok. In totaal staan er 54 tijdritkilometers op het programma. Op dag twee is er een ploegentijdrit gepland van 27 kilometer van en naar Brussel, terwijl de renners op de tweede vrijdag een 27 kilometer lange individuele tijdrit moeten afwerken van en naar Pau.

“Dat zijn inderdaad weinig tijdritkilometers. Het zwaartepunt zal kortom in de bergen liggen”, zo is Froome van mening, die het ontbreken van een lange individuele tijdrit niet als een nadeel ziet. “Ik heb me elk jaar moeten aanpassen om de uitdaging aan te gaan.”

Brit hoopt op evenaring record in symbolische Tour 
De Brit hoop zich in 2019 in een illuster rijtje te scharen. Mocht Froome namelijk opnieuw La Grande Boucle winnen, dan evenaart hij het record van vijf Touroverwinningen. Jacques Anquetil, Eddy Merckx, Bernard Hinault en Miguel Induraín gingen hem voor.

De 106e editie is echter op meerdere manieren speciaal voor Froome. “Mijn werkgever Sky viert komend jaar namelijk zijn tienjarig bestaan. Daarnaast zal het ook mijn tiende seizoen bij de ploeg zijn. Het zou kortom fantastisch zijn mocht ik de Tour weer kunnen winnen.”