‘Ice man’ Tom Meeusen kijkt uit naar Val di Sole: “Maar verwacht geen wonderen”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
donderdag 9 december 2021 om 19:30

‘Ice man’ Tom Meeusen kijkt uit naar Val di Sole: “Maar verwacht geen wonderen”

Interview Tom Meeusen is sinds zijn doorbraakoverwinning in de Wereldbeker van Kalmthout in 2010 nooit meer van het etiket ‘ice man’ afgeraakt. In de sneeuw van Val di Sole krijgt de intussen 33-jarige renner van Deschacht-Hens-Maes een nieuwe kans om te tonen waarom de concurrentie jarenlang zijn sublieme techniek vreesde bij vriesweer, maar de Essennaar tempert de verwachtingen.

Veelzeggend was de reactie van Meeusen op een tweet van ex-crosser en Eurosport-commentator Thijs van Amerongen, eerder deze week. “Grapjas”, lachte Meeusen toen Van Amerongen hem als favoriet aanwees voor de Italiaanse sneeuwcross van zondag.

Geloof je niet meer in jezelf, Tom? Jij was toch altijd de ‘ice man’?
“Goh, die naam is al redelijk oud, hé (lacht). Er is ook al een tijdje geen cross op sneeuw en ijs meer geweest. Maar puur voor de hoogste prijzen meedoen, dat geloof ik niet. Ik hoop wel mee vooraan in de koers te zitten. Door de locatie, in de Alpen, wordt het een supermooie cross. En sneeuw maakt mij sowieso gelukkig. Ik ben een grote fan van biatlon en langlaufen (lacht).”

Dus Thijs heeft geen punt?
“Thijs is een jongen van mijn generatie, ik heb nog lang met hem in de ploeg gezeten. Leuk dat hij aan mij denkt, maar ik denk dat mijn voordeel op sneeuw en ijs kleiner is geworden door de jaren heen. Toen ze mij ‘ice man’ noemden, reden we nog zonder schijfremmen. Ook de crossfietsen zijn zodanig geëvolueerd dat iedereen meer controle over zijn fiets heeft. Ik denk dat ik het vooral van mijn lef moet hebben. Meer dan van techniek.”

Leg eens uit…
“Door de schijfremmen kun je veel langer wachten met remmen voor een bocht. Vroeger kon je uw snelheid rustig laten dalen richting een bocht, waardoor je meer rustmomenten had tijdens een cross. Nu vallen die rustmomentjes weg, waardoor het veel fysieker is geworden. Dat is een aanpassing waar ik het sowieso moeilijk mee heb. Niet alleen in de crossen in de sneeuw. Ik ga geen vijf of tien meter meer pakken in elke bocht door mijn techniek, dat is verleden tijd.”

Verklaar je op die manier ook je mindere seizoenen, zoals dat van vorig jaar?
“Deels wel natuurlijk. Vorig jaar was gewoon afschuwelijk slecht, maar de seizoenen daarvoor ben ik stilletjes aan weggedeemsterd. Ooit was ik bijna een subtopper, sindsdien is het elk jaar een beetje minder. Met vorig jaar als absoluut dieptepunt. Intussen heb ik gelukkig terug het gevoel: ik weet wat ik moet doen om beter te doen. Dat laat zich af en toe eens zien in de resultaten, maar echt content ben ik op dit moment nog niet.”

De cross van de doorbraak voor Meeusen, in de sneeuw – foto: Cor Vos

Hoe geraak je uit die negatieve spiraal?
“Op het moment dat Wout en Mathieu er zijn bijgekomen, is het niveau in de cross enorm omhoog gegaan. Ik heb geprobeerd daarin mee te gaan, door meer te trainen. Maar dat heeft voor mij absoluut niet gewerkt. Ik heb elk jaar minder gepresteerd, en ben mijn eigen kwaliteiten wat verloren. Deze zomer heb ik een heel beperkt programma op de weg kunnen rijden, en dat heeft mij de tijd gegeven om te kijken: wat heb ik eigenlijk nodig op training? Waar reageer ik wél goed op? Op den duur volg je trainer na trainer en weet je niet meer waar je mee bezig bent.”

Back to basics dus?
“Ja, dat was nodig hé. Ik ben 33. In principe zou je denken: je kent je eigen lichaam wel. Maar het veldrijden is zo hard veranderd. Je probeer mee te gaan met de trends, maar op een bepaald moment moet je gewoon toegeven: dit werkt niet voor mij.”

Werkt dat niet enorm demotiverend?
“Zeker. Op den duur wilde ik mijn contract zelfs niet meer uitdoen bij Deschacht-Hens-Maes. Gewoon koersen om te koersen, dat is heel moeilijk. Je wil altijd het gevoel blijven hebben dat je nog profwaardig bent. Dat was na vorig seizoen niet meer het geval. Ik had echt het gevoel: wat ben ik eigenlijk nog aan het doen?”

“Je krijgt dan ook veel commentaar van de mensen, die door mijn verleden een nogal hoog verwachtingspatroon hebben. Ik heb mij lang moeten verantwoorden waarom de resultaten niet volgden, terwijl ik er altijd alles voor heb gedaan. Echt een logische verklaring had ik ook niet. Dat is vervelend, want je weet ook niet hoe je het beter kan doen. En daar heb ik deze zomer dus eens rustig mijn tijd voor genomen.”

Wat heb je dan heel concreet gedaan?
“Ik heb een paar maanden aan een stuk ‘gewoon’ gefietst. Niet meer, niet minder. Elke dag ben ik vertrokken op training zonder plan. Eens ik een basis had, keek ik af en toe: hoe reageer ik op die prikkel? Werkt dit misschien? Ik heb geprobeerd goed naar mijn eigen lichaam te luisteren, zonder gebruik te maken van een wattagemeter of hartslagmeter. Het enige wat telde, was: bij wat voel ik me goed. Voordien was ik op al die gegevens veel te hard gefocust, ook al heb ik vaak het etiket ‘nonchalant’ opgeplakt gekregen. Door die hyperfocus op cijfers verloor ik plezier. Ik gebruik ze intussen wel terug, hoor. Maar die gegevens even wegleggen, dat deed wel deugd.”

Tweede in Leuven – foto: Cor Vos

Dat is er deze winter aan te zien. Zesde op de Koppenberg, tweede in Leuven. Dat zijn resultaten waar je mee thuis kan komen…
“En toch, ik ben deze winter nog geen enkele keer écht content naar huis gegaan. Dat is het gevoel waar ik naar aan het zoeken ben. Na de koers in je mobilhome stappen en kunnen zeggen: ik ben er terug, ik heb echt een goede cross gereden…”

Wat ontbreekt er dan?
“Ik ben niet naar Amerika gegaan, omdat ik niet geselecteerd was voor de Wereldbekers. Daarom moet ik nu altijd van de vierde of vijfde startrij komen. Ik kan in het begin nooit sneller rijden dan de rest, om op te schuiven naar de kop van de koers. Halverwege de koers lukt mij dat vaak wel, maar dan is het soms al te laat. Dat maakt dat je heel de cross achter de feiten aanrijdt. Ik heb zelf ook echt die kick nodig, om van bij de start mee te zijn. Alleen dan kan je boven jezelf uitstijgen.”

“Daarnaast zijn er ook veel grote motoren bijgekomen en de jeugd is heel explosief, al van bij de start. Dat maakt het niet gemakkelijk. Ik weet intussen zelf ook dat ik niet elke week mee ga doen om de top 5 of het podium. Maar ik wil toch af en toe mijn momenten uitkiezen. Normaal gezien ben ik tegen de kerstperiode op mijn best. Dus wie weet in Val di Sole… Maar verwacht geen wonderen.”

Opvallend: een dag eerder rijd je niet in Essen, nochtans je thuiscross. Hoe komt dat?
“Er is een kleine miscommunicatie tussen mij en de organisatie geweest. Essen is een cross die mij nauw aan het hart ligt. Een week geleden kreeg ik te horen dat ik geselecteerd was voor Val di Sole, maar op dat moment had ik nog altijd geen startcontract voor de cross in Essen gekregen. Dus ik legde mijn vluchten, hotel en huurauto vast, wat toch een hoop kosten zijn. Pas deze maandag kreeg ik te horen dat ze mij toch een startcontract voor Essen aanbieden. Maar op dat moment was het al te laat, omdat ik al die kosten al had gemaakt en niet meer terugkon.”

“Het doet me veel pijn dat ik niet voor mijn thuispubliek kan rijden. Maar ik wil ook niet natrappen naar de organisatoren van Essen, want ik heb liefst dat die cross succesvol blijft en nog lang bestaat. Ik begrijp ook wel dat ze door coronaregels nog wat de kat uit de boom wilden kijken… Het is gewoon een jammerlijke miscommunicatie.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.