Voorbeschouwing: Milaan-San Remo 2020
foto: Cor Vos (archief)
zaterdag 8 augustus 2020 om 07:30

Voorbeschouwing: Milaan-San Remo 2020

Het wielercircus draait inmiddels weer op volle toeren na een lange coronabreak. Aankomende zaterdag is het tijd voor het eerste wielermonument van het seizoen. Tussen Milaan en San Remo zoeken we naar een opvolger voor Julian Alaphilippe, die vorig jaar La Classicissima op zijn naam wist te schrijven. WielerFlits blikt vooruit!

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Historie

Aan het begin van de twintigste eeuw kwamen enkele welgestelde burgers uit badplaats San Remo met het idee om een wielerwedstrijd langs de Rivièra (de kust bij San Remo) te organiseren. Het bleek de aanzet tot de eerste editie van een tweedaagse amateurwedstrijd, maar het initiatief draaide uit op een fiasco. Onder bezielende leiding van de Italiaanse journalist Tullo Morgagni werd de wedstrijd met een dag ingekort én zag Milaan-San Remo onder auspiciën van de toonaangevende sportkrant La Gazzetta dello Sport in 1907 het levenslicht.

Het bleek het begin van iets moois, het begin van een van de grootste klassiekers op de Italiaanse en internationale wielerkalender. De wedstrijd werd aanvankelijk in april verreden, over slechte wegen en door asgrauwe industriesteden, in vaak ook nog eens erbarmelijke weersomstandigheden. Zelfs de winnaars zagen ongenadig hard af in het noordwesten van Italië, zo blijkt uit een dagboek van de legendarische Eugène Christophe, de Fransman die als geletruidrager zijn voorvork (het verhaal is bekend) moest repareren in de Tour de France.

Fausto Coppi, hier op de foto met zijn broer Serse, won drie keer Milaan-San Remo – foto: Cor Vos

Christophe was echter ook een van de eerste winnaars van Milaan-San Remo. Dit schreef ‘Le Vieux Gaulois’ (de oude Galliër) na zijn zege in 1910. “Het lawaai van de wind is luguber. Het maakt je bewust van je eenzaamheid. In San Remo bracht een ambulance me naar het ziekenhuis. Ik had bevroren benen. De firma Alcyon, waarvoor ik mijn leven in de weegschaal had gelegd, verdubbelde mijn salaris. Ik was pas in de herfst echter weer volledig opgeknapt en het zou twee jaar duren voor ik weer volledig hersteld was”, zo keek Christophe terug op zijn meer dan twaalf uur durende lijdensweg.

Christophe en zijn collega-wielrenners zagen als beesten af tijdens de eerste edities van La Primavera, maar Milaan-San Remo werd vanuit commercieel oogpunt een enorm succes. Dit kwam mede door de heroïsche gevechten die werden geleverd, maar ook door de vele Italiaanse winnaars in San Remo. In 1918 won de legendarische Costante Girardengo – de eerste Campionissimo, nog voor de komst van Fausto Coppi en Gino Bartali – zijn eerste van in totaal zes Milaan-San Remo’s. De veelzijdige kampioen – de stijlvolle Girardengo blonk ook uit op de baan – pakte zijn laatste zege in 1928.

Het Italiaanse wielerpubliek mocht na Girardengo juichen voor Alfredo Binda, diens natuurlijke opvolger, en Learco Guerra. In de jaren veertig en vijftig van de twintigste eeuw ging het vooral om het duel tussen Coppi en Bartali. De losbandige Coppi won Milaan-San Remo in 1946, 1948 en 1949, de vrome Bartali kwam in 1939, 1940, 1947 en 1950 als eerste over de streep. Steeds meer mensen kwamen uit hun huizen om deze wielerhelden aan te moedigen en de kranten berichtten tijdens de hoogtijdagen van het Italiaanse wielrennen gretig over de heldendaden van Coppi en Bartali.

Hennie Kuiper is de voorlopig laatste Nederlandse winnaar van ‘La Primavera’ – foto: Cor Vos

In 1953 boekte Loretto Petrucci zijn tweede opeenvolgende zege in de lenteklassieker, maar de tifosi konden toen niet bevroeden dat ze zeventien jaar moesten wachten op een nieuwe Italiaanse zege. Milaan-San Remo bleek plots de favoriete speeltuin van de Belgen, met zeges van onder meer Rik Van Steenbergen, Fred De Bruyne, Rik Van Looy, de onvermijdelijke Eddy Merckx (met zeven zeges de absolute recordhouder), Roger De Vlaeminck (drievoudig winnaar) en Fons De Wolf. Die laatste bleef het sprintende peloton voor in 1981.

Milaan-San Remo kreeg een Belgisch tintje met dank aan Merckx, De Vlaeminck en De Wolf, maar ook de Fransen (met Raymond Poulidor als bekendste naam), Britten (Tom Simpson) en Nederlanders (Arie den Hartog en Jan Raas) waren succesvol. De Italianen stonden beteuterd te kijken hoe de nationale favorieten werden geklopt, al zorgden Michele Dancelli en Felice Gimondi in de jaren zeventig voor spaarzame successen. Hier kwam echter verandering in eenmaal de gloriejaren van Merckx en De Vlaeminck voorbij waren.

Giuseppe Saronni en Francesco Moser gaven in de jaren tachtig aanleiding voor vreugde-explosies in de bedrijvige winkelstraat Via Roma. Vanaf 1990 zorgden Gianni Bugno, Claudio Chiappucci, Maurizio Fondriest, Giorgio Furlan en Gabriele Colombo zelfs voor vijf Italiaanse zeges in een tijdsbestek van zeven jaar. Ook Mario Cipollini, Paolo Bettini, Alessandro Petacchi en Filippo Pozzato mogen zich winnaars van Milaan-San Remo noemen. Twaalf jaar na de zege van Pozzato schonk Vincenzo Nibali in 2018 Italië haar voorlopig laatste overwinning in San Remo.

Alessandro Petacchi schreeuwt het uit – foto: Cor Vos

Luigi Ganna in 1909, Vincenzo Nibali in 2018: Italië voert niet geheel verrassend het landenklassement aan met 51 overwinningen. België volgt op de tweede plaats met twintig (de laatste in 1999, met dank aan de genaturaliseerde Andrei Tchmil) zeges, Nederland won slechts drie keer Milaan-San Remo. Hennie Kuiper heeft na zijn triomf in 1985 nog altijd geen opvolger.

flag-it Laatste tien winnaars Milaan-San Remo 
2019: flag-fr Julian Alaphilippe
2018: flag-it Vincenzo Nibali
2017: flag-pl Michał Kwiatkowski
2016: flag-fr Arnaud Démare
2015: flag-de John Degenkolb
2014: flag-no Alexander Kristoff
2013: flag-de Gerald Ciolek
2012: flag-au Simon Gerrans
2011: flag-au Matthew Goss
2010: flag-es Óscar Freire

Eddy Merckx kwam maar liefst zeven keer als eerste over de finish – foto: Cor Vos


Vorig jaar

175 renners verzamelden zich op zaterdag 23 maart 2019 pal voor het historische kasteel Castello Sforzesco voor de 111e editie van La Primavera. Voor sprinters, klassiekerspecialisten, puncheurs en klimmers is Milaan-San Remo wellicht het eerste échte examen van het wielerseizoen. Hét moment om te schitteren na ontelbare fietstochtjes, sportschoolbezoekjes, hoogtestages en voorbereidingskoersen.

Het moest die bewuste zaterdag gebeuren voor renners als Julian Alaphilippe, Alexander Kristoff, Peter Sagan en Alejandro Valverde. Na een traditioneel koersverloop – met meerdere vroege vluchters, een lange kustpassage langs de Ligurische zee en het ronden van de Capo Mele, Cervo en Berta – werd het peloton stevig uitgedund op de Cipressa. De beslissing viel echter ook in 2019 weer op de flanken van de Poggio.

Alaphilippe voert de forcing op de Poggio – foto: Cor Vos

Deceuninck-Quick-Step nam de koers in handen in aanloop naar het slotklimmetje en kopman Alaphilippe trok stevig door op de Poggio zelf. Alberto Bettiol was de eerste aanvaller, maar Alaphilippe zorgde ervoor dat zeven wereldtoppers zich wisten af te scheiden op de top van de klim. De volgende renners waren mee: wereldkampioen Valverde, Matteo Trentin, Sagan, Michał Kwiatkowski, Oliver Naesen en een sterke Wout van Aert.

In de razendsnelle en bij momenten technische afdaling van de Poggio wisten Simon Clarke, Matej Mohorič en titelverdediger Vincenzo Nibali nog aan te sluiten, waardoor we met tien koplopers begonnen aan de laatste vlakke kilometers naar de Via Roma. De snelle Trentin kon zich niet inhouden en probeerde de tegenstand te verrassen met een aanval in de laatste kilometer, maar Van Aert zat vrijwel direct op het wiel van de Italiaan.

De overige renners wisten ook weer aan te sluiten bij Trentin en Van Aert, waardoor we een sprint kregen om de overwinning. Aan de streep bleek Alaphilippe te snel voor zijn concurrenten. Naesen eindigde knap als tweede, Kwiatkowski moest genoegen nemen met een derde plaats. En Sagan? De Slowaak liet zich wegdrummen in de laatste honderden meters en eindigde slechts als vierde.

De sprint is in volle gang – foto: Cor Vos

Terugblik: zo verliep Milaan-San Remo 2019

Uitslag Milaan-San Remo 2019
1. flag-fr Julian Alaphilippe (Deceuninck-Quick-Step) in 6u40m14s
2. flag-be Oliver Naesen (AG2R La Mondiale) z.t.
3. flag-pl Michał Kwiatkowski (Team Sky) z.t.
4. flag-sk Peter Sagan (BORA-hansgrohe) z.t.
5. flag-si Matej Mohorič (Bahrain Merida) z.t.


Parcours

Het is in meerdere opzichten een vreemd wielerseizoen. Wie had ooit durven denken dat een lenteklassieker als Milaan-San Remo zou worden verreden in de zomer? De wielerwereld heeft enkele maanden stilgelegen door het nog altijd sluimerende coronavirus, met als gevolg dat de wielerkalender op de schop ging en de 111e editie van ‘La Primavera’ zal worden georganiseerd op zaterdag 8 augustus. De wedstrijd ondergaat ook parcourstechnisch een metamorfose.

Gelukkig blijven sommige dingen wel gewoon bij het oude, zoals de start in industrie- en modestad Milaan. Normaliter is de in de Povlakte gelegen toeristenstad het beginpunt van een intensief fietstochtje naar de Italiaanse Rivièra, over de Passo del Turchino en de Capo Mele, Capo Cervo en Capo Berta richting de allesbeslissende finale met als eindstation San Remo. Het probleem voor dit jaar is alleen dat de regionale politiek niet bereid is om mee te werken met koersorganisator RCS Sport.

Gerrit Solleveld en Johan van der Velde zien af op de Turchino – foto: Cor Vos

Wat dit concreet betekent voor koersdirecteur Mauro Vegni en de meer dan 160 wielerprofs die aankomende zaterdag willen deelnemen aan Milaan-San Remo? Dat zowat de volledige passage langs de Ligurische kust uit het parcours verdwijnt, goed voor een totale afstand van 127 kilometer. Het overleg tussen organisator RCS en de burgemeesters van Savona, want om deze provincie gaat het, is negatief uitgedraaid.

Maar liefst dertien van de zestien burgemeesters van de provincie Savona stemden tegen een passage in hun dorp. RCS organiseerde eind juli nog een ultieme meeting met de lokale overheid, in de hoop om alsnog tot een akkoord te komen, maar Vegni en co kwamen van een koude kermis thuis. De burgemeesters vrezen een heropleving van het coronavirus, maar voeren ook praktische (lees: verwachte verkeersproblemen) bezwaren aan.

De sportieve gevolgen zijn groot, aangezien de organisatie de Turchino en de drie Capi uit het parcours heeft moeten halen. Vooruit, deze beklimmingen vertolken al jaren geen sleutelrol meer in Milaan-San Remo, maar zijn wel onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van deze Italiaanse klassieker. Er waren tijden dat de Turchino de absolute scherprechter was in de finale, iets wat de huidige kanshebbers zich niet meer kunnen voorstellen.

Milaan-San Remo in een notendop – foto: Cor Vos

Omdat ook de aanloop naar de kust (vanuit Milaan) verandert, betekent dit dat alleen de laatste veertig kilometer identiek zullen zijn. Pas in Imperia, na bijna 260 kilometer in het zadel, draaien de renners weer het traditionele parcours op. Vanuit Milaan wordt nu via onder meer Ottobiano, Alessandria, Mombercelli en Santo Stefano Belbo naar de eerste klim van de dag gereden, uitkomend in een gehucht genaamd Niella Belbo.

De klim naar Niella Belbo moet samen met de Colle di Nava de Turchino en de drie Capi’s vergeten. Na de top van de Nielle Belbo is het nog meer dan 130 kilometer naar San Remo, de Colle di Nava ligt op zeventig kilometer van de Via Roma. Veel stelt het allemaal niet voor, het klimwerk voor de traditionele finale over de Cipressa en de Poggio. En dus is het ook dit jaar weer uitkijken naar de eerste schifting op de Cipressa en de strijd tussen de puncheurs en de sprinters op de Poggio.

De Cipressa (5,6 km aan 4,1%), voor heel wat sprinters de beklimming om te exploderen en voor Marco Pantani (denk aan de editie van 1999) de uitverkoren plek om aan te vallen, doemt op met nog iets meer dan 27 kilometer te gaan. Na de top gaat het in een ziedende vaart naar beneden. De afdaling van de Cipressa inspireert waaghalzen als Niccoló Bonifazio wellicht tot het nemen van risico’s. Eenmaal beneden zitten de renners al met de Poggio in hun hoofd.

Gabriele Colombo, in 1996 winnaar van Milaan-San Remo, op de Poggio – foto: Cor Vos

De Poggio is vanuit wiskundig perspectief helemaal geen lastige helling. De klim is maar 3,7 kilometer lang aan een gemiddelde van slechts 3,7%, maar is na een klassieker van meer dan 300 kilometer lastig genoeg om de koers te doen ontploffen. Wie met overschot begint aan de Poggio, is wellicht in staat om (definitief?) weg te rijden op deze heuvel. Vorig jaar wist de latere winnaar Julian Alaphilippe hier de pure sprinters overboord te gooien.

Eenmaal boven nemen de eerste renners een scherpte linkerbocht, wat het begin is van een korte maar wel vrij technische afdaling naar San Remo. Wie hier de ideale lijnen opzoekt met zin voor risico, kan wellicht nog terrein goedmaken of zelfs wegrijden op weg naar eeuwige roem. De laatste 2,3 kilometer zijn vlak, de finish ligt ook dit jaar weer op de Via Roma. Wie mag zich rond de klok van 18.30 uur de winnaar van de 111e Milaan-San Remo noemen?

Zaterdag 8 augustus, Milaan- San Remo (305 km)

Start: 10.40 uur
Finish: tussen 18.05 en 18.50 uur


Favorieten

Het is verre van eenvoudig om tien topfavorieten aan te wijzen voor Milaan-San Remo. Niet omdat het met een vergrootglas zoeken is naar renners die in aanmerking komen voor de overwinning. Nee, we kunnen zonder overdrijving stellen dat elke WorldTour-ploeg komende zaterdag start met twee of zelfs drie (schaduw)favorieten.

RCS Sport besloot onlangs om slechts zes renners per ploeg toe te laten in Milaan-San Remo, wat Mauro Vegni de kans geeft om alsnog twee Italiaanse ProTeams (Androni Giocattoli-Sidermec en Bardiani CSF Faizanè) uit te nodigen. Niet iedereen is even blij met deze nieuwe maatregel, zo bleek wel uit de woorden van Philippe Gilbert. Toch kan het een voordeel zijn voor de Belg, die als aanvaller zal hopen op een oncontroleerbare wedstrijd.

Mathieu van der Poel maakt zijn debuut in La Primavera – foto: Cor Vos

De twee topfavorieten werden groot in de blubber van Asper-Gavere, het zand van Koksijde en Zonhoven en de vaak drassige weide van Niel. We hebben het natuurlijk over Mathieu van der Poel en Wout van Aert. Beide veldrittoppers zijn inmiddels ook uitgegroeid tot volleerde wegrenners en bouwen gestaag aan een al even indrukwekkende wegcarrière. Van Aert en Van der Poel zijn gebrand op de zege, aankomende zaterdag in Milaan-San Remo.

Mathieu van der Poel verbaasde (ja, dat kan nog bij Van der Poel) de internationale wielerwereld door met overmacht Dwars door Vlaanderen, de Brabantse Pijl en een bloedstollende editie van de Amstel Gold Race te winnen. Van der Poel was in het voorjaar van 2020 klaar om te schitteren in Milaan-San Remo en de kasseiklassiekers, en dan met name over de kasseien van de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Door de coronacrisis viel zijn hele planning in het water, maar de kopman van Alpecin-Fenix krijgt enkele maanden later een herkansing.

De vraag is alleen of Van der Poel over zijn allerbeste benen beschikt. De Nederlander begon op 1 augustus als een van de topfavorieten aan Strade Bianche, maar finishte na een kleurloze wedstrijd op meer dan tien minuten van de winnaar. Volgens Van der Poel kostte een lekke band net voor de cruciale gravelstrook van Monte Sante Marie hem een goed resultaat. “Ik moest heel diep gaan om na die lekke band terug te komen. Ik ben daar een goed resultaat verloren, maar ik denk niet dat de uitslag de race die ik heb gereden weerspiegelt.”

Wout van Aert blaakt van het zelfvertrouwen – foto: Cor Vos

Het is aan Van der Poel om tussen Milaan en San Remo te laten zien dat het inderdaad lag aan die lekke band. De alleskunner maakt zaterdag zijn debuut in Milaan-San Remo, maar Van der Poel liet vorig jaar zien een zeer snelle leerling te zijn. De wedstrijd moet hem perfect liggen, met niet al te lange en vrij explosieve hellingen in de finale, een razendsnelle afdaling van de Poggio en (wellicht) een sprint na een zware wedstrijd van meer dan 300 kilometer.

Aan de vorm van Wout van Aert hoeven we niet te twijfelen. De Belgische klassiekerspecialist van Jumbo-Visma reed op eclatante wijze naar de zege in Strade Bianche. Van Aert is beter dan ooit, zo vertelde zijn persoonlijke coach Marc Lamberts in gesprek met WielerFlits. “Dit is de allerbeste Wout! De wattages die hij tijdens onze stage in Tignes trapte, zijn voor een klassiekerspecialist onwaarschijnlijk hoog.” Wie in topvorm is, over de nodige explosiviteit beschikt en na een zware wedstrijd een goede sprint in de benen heeft, kan Milaan-San Remo winnen. Toch?

Lamberts: “In Milaan-San Remo kan hij wat mij betreft focussen op het overleven van de Poggio, om daarna op zijn spurt te rekenen. In een massasprint is Wout geen partij voor pure sprinters zoals Dylan (Groenewegen, red), maar na een zware koers en in een uitgedund peloton mag hij wel met vertrouwen naar de eindsprint trekken. Bewijs daarvan is zijn ritzege in de Tour de France vorig jaar.” Het is voor Van Aert wel belangrijk om op tijd de kansrijke sprinters overboord te gooien, al liet hij in Milaan-Turijn (3e) zijn snelle benen weer eens spreken.

Giacomo Nizzolo is in de vorm van zijn leven – foto: Cor Vos

Van Aert zal bijvoorbeeld niet graag met Giacomo Nizzolo naar de streep willen rijden. De Italiaan is misschien wel in de vorm van zijn leven, wat hij voor de coronabreak al liet zien met ritzeges in de Tour Down Under en Parijs-Nice én een tweede stek in Kuurne-Brussel-Kuurne. De renner van NTT Pro Cycling kan veel meer dan alleen sprinten, zo liet hij zien in Kuurne maar ook na de coronastop in het Circuito de Getxo. Nizzolo moest na een loodzware wedstrijd, over meerdere steile klimmetjes, alleen zijn meerdere erkennen in de eerder ontsnapte klimmer Damiano Caruso.

Wie de Pike Bidea (met stijgingspercentages tot 14%) kan overleven in volle finale, haalt normaal gesproken zijn neus op voor de Cipressa en de Poggio. “Ik geloof dat ik kan meestrijden om de overwinning, al heb ik geen goede herinneringen aan deze klassieker. Ik was vaak geblesseerd of ziek in aanloop naar Milaan-San Remo, waardoor de vorm nooit optimaal was. Winst in Milaan-San Remo: het is voor een Italiaanse renner heel erg bijzonder”, aldus Nizzolo, opgegroeid in startplaats Milaan. Kan hij in de voetsporen treden van illustere sprintgenoten als Mario Cipollini en Alessandro Petacchi?

Een andere sprinter met winstambities is Caleb Ewan, die alleen in Milaan-Turijn (2e, achter Arnaud Démare) zijn benen heeft kunnen testen in aanloop naar Milaan-San Remo. Het Australische sprintkanon van Lotto Soudal was twee jaar geleden de snelste in La Primavera, maar helaas voor Ewan wist Vincenzo Nibali toen uit de greep van de rappe mannen te blijven. Een schrale troost, Ewan wist vanaf dat moment dat een zege in Milaan-San Remo tot de mogelijkheden behoort. Voor The Pocket Rocket is het zaterdag vooral zaak om met de eersten over de Cipressa en de Poggio te gaan.

Arnaud Démare was alle topsprinters de baas in Milaan-Turijn – foto: Cor Vos

De Cipressa en de Poggio zo goed mogelijk overleven: dat is wat Fernando Gaviria ook als opdracht zal meekrijgen van de ploegleiders van UAE Emirates. De Colombiaan zal nog weleens terugdenken aan vier jaar geleden, aan zijn valpartij in de laatste rechte lijn op weg naar de finish. Gaviria was een neoprof en zat in de ideale positie om Milaan-San Remo te winnen, maar na een stuurfoutje viel een droom in duigen. Vier jaar later hoopt de sprinter wel een droom te verwezenlijken. In de Ronde van Burgos (ritwinst) liet Gaviria zien helemaal hersteld te zijn van het coronavirus.

Gaviria is overigens niet de enige sprinter binnen het sterrenensemble van UAE Emirates. De WorldTour-formatie stuurt met Alexander Kristoff ook een oud-winnaar naar het Italiaanse front. De sterke Noor won zes jaar geleden (wat vliegt de tijd!) na een ijskoude editie de sprint van Fabian Cancellara en Ben Swift, terwijl hij een jaar later alleen John Degenkolb moest laten voorgaan in de daguitslag. Kristoff heeft na de coronabreak nog niet al te veel koerskilometers in de benen, maar wellicht geeft een zekere mate van frisheid wel de doorslag in de finale.

Kristoff won in 2014 Milaan-San Remo, twee jaar later ging de zege verrassend naar Arnaud Démare. De Fransman profiteerde optimaal van een valpartij van Fernando Gaviria, de kettingproblemen van Nacer Bouhanni en een daardoor rommelige sprint. Démare liet twee jaar later, toen hij als derde eindigde achter Nibali en Ewan, zien dat zijn zege in 2016 absoluut geen uitschieter was. De belangrijkste troef van Groupama-FDJ liet in aanloop naar Milaan-San Remo al zijn goede benen spreken, met tweede plaatsen in de Ronde van Burgos en winst in Milaan-Turijn.

Peter Sagan voerde in 2017 nog de forcing op de Poggio – foto: LaPresse

We zijn er nog niet, want ook BORA-hansgrohe staat straks met ambities aan het vertrek. De Duitse formatie is uitstekend uit de coronabreak gekomen. Wat heet, de mannen van teammanager Ralph Denk vliegen op dit moment! Gregor Mühlberger en Pascal Ackermann waren uitermate succesvol in de Sibiu Cycling Tour, Felix Großschartner kende een spetterend begin van de Ronde van Burgos en Maximilian Schachmann maakte indruk in de Strade Bianche. Voor Milaan-San Remo is het uitkijken naar een andere renner: Peter Sagan.

De Slowaak kan het parcours inmiddels wel dromen, na negen eerdere deelnames en legio ereplaatsen. De drievoudig wereldkampioen staat na al die jaren echter nog niet op de erelijst, en dat is toch gek voor een alleskunner als Peter Sagan. De excentrieke kampioen doet bijna altijd mee om de zege, maar er gaat ook vaak iets mis in de finale. In 2013 was Gerald Ciolek net een tikkeltje sneller, vier jaar later wist een sluwe Michał Kwiatkowski een wat overmoedige Sagan met enkele centimeters te kloppen en ook in 2019 liep het fout in een sprint.

De vraag is of Sagan heeft geleerd van zijn fouten en dit keer wel de juiste keuzes maakt, maar dan moet de sterke sprinter wel eerst in de positie komen om Milaan-San Remo te winnen. Is Sagan echter nog voldoende gemotiveerd om alles uit zijn carrière te halen? Zijn prestaties vallen al een tijdje tegen, zeker voor iemand met een uitpuilende erelijst, en ook dit seizoen is het nog niet veel soeps. Toch kunnen we een renner van zijn kaliber zeker niet uitvlakken. Let ook op Sonny Colbrelli namens Bahrain McLaren, onlangs nog zegevierend in La Route d’Occitanie.

Michael Matthews is een van de vele outsiders – foto: Cor Vos

Mocht het na bijna driehonderd kilometer fietsen tot een sprint komen in San Remo, dan is het verstandig om renners als Sam Bennett, Nacer Bouhanni (al meerdere keren top 10), Niccolò Bonifazio, Sacha Modolo, Europees kampioen Elia Viviani (op zoek naar succes voor zijn nieuwe werkgever Cofidis), Iván García, Davide Cimolai, Michael Matthews en Andrea Pasqualon in de gaten te houden. En dan hebben we ook nog een renner als Matteo Trentin, die eveneens sterk genoeg is om de beste puncheurs te volgen op de Cipressa en de Poggio.

De spurters zijn gebaat bij een gesloten koers, maar er zijn heel wat puncheurs die de sprintersplannen kunnen dwarsbomen. Denk aan Julian Alaphilippe, nota bene de winnaar van vorig jaar. De Franse springveer was een jaar geleden in absolute topvorm, nu richt hij zich vooral op de Tour de France en een debuut in de Ronde van Vlaanderen. Het is echter niet verstandig om Alaphilippe op voorhand af te schrijven en dat doen we dan ook niet. Vincenzo Nibali, twee jaar geleden nog de beste, staat zaterdag ook aan het vertrek.

Tot slot is het uitkijken naar Alexey Lutsenko, Greg Van Avermaet, Alberto Bettiol (een van de hoofdrolspelers van de voorbije Strade Bianche), Alejandro Valverde, oud-winnaar Michał Kwiatkowski, Søren Kragh Andersen, Tiesj Benoot en Dylan Teuns. Over een andere Belg gesproken: kan Oliver Naesen zijn tweede plek van vorig jaar evenaren en wellicht zelfs verbeteren? Davide Formolo is na zijn tweede stek in Strade Bianche ook een renner om in de gaten te houden.

Alexey Lutsenko – foto: Cor Vos

En wat mogen we verwachten van Philippe Gilbert? De klassiekerspecialist kan met een zege zaterdag nog maar eens geschiedenis schrijven en in de voetsporen treden van illustere landgenoten als Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck. Deze wielergrootheden wisten in de jaren zeventig van de vorige eeuw de vijf belangrijkste klassiekers te winnen. We hebben het natuurlijk over Milaan-San Remo, de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije.

Gilbert kan het doen in een tijd waarin er (nog veel meer) sprake is van specialisatie, maar het zal niet makkelijk worden om die ontbrekende monumentale overwinning binnen te halen. Gilbert beschikt op zijn 38e niet meer over de snelste sprint, moet rekening houden met de winstambities van ploegmaat Caleb Ewan en het zal een hels karwei worden om renners als Van Aert en Van der Poel onderweg te lossen. De zeer gehaaide Gilbert heeft echter wel voor hetere vuren gestaan.

Favorieten volgens WielerFlits
**** Wout van Aert
*** Mathieu van der Poel, Arnaud Démare
** Caleb Ewan, Giacomo Nizzolo, Fernando Gaviria
* Alexander Kristoff, Peter Sagan, Sonny Colbrelli, Julian Alaphilippe

Website organisatie
Deelnemerslijst


Weer en TV

Het belooft een pittige editie van Milaan-San Remo te worden, aangezien het kwik in augustus zal stijgen naar 30 ℃. De luchtvochtigheid is ook aardig hoog, waardoor de deelnemers flink zullen zweten richting San Remo. De renners hoeven, naar alle waarschijnlijkheid, onderweg niet bang te zijn voor een buitje.

Milaan-San Remo is vanaf 15.50 uur live te volgen op Eurosport 1 en de Vlaamse commerciële zender VTM. De klassieker wordt al enkele jaren niet meer live uitgezonden door Sporza en de NOS.


RIDE Magazine
1 Reacties
Sorteer op:
6 augustus 2020 23:22
Wat denken diene die “iemand anders” stemmen? Ik ga voor Bettiol

Om te reageren moet je ingelogd zijn.