Voorbeschouwing: Ronde van Lombardije 2023 – Pogacar, Roglic, Evenepoel: wie van de drie?
foto: Cor Vos
Koen Middendorp
zaterdag 7 oktober 2023 om 10:00

Voorbeschouwing: Ronde van Lombardije 2023 – Pogacar, Roglic, Evenepoel: wie van de drie?

Het wielerjaar 2023 zit er bijna op, maar niet voordat de Ronde van Lombardije is verreden. De vijfde en laatste monumentale klassieker van het seizoen, een koers doordrenkt met wielerheroïek, werd de voorbije twee jaar gewonnen door Tadej Pogacar. De Sloveen gaat zaterdag op jacht naar een derde opeenvolgende zege, maar de concurrentie is niet mals. WielerFlits blikt uitgebreid vooruit!

Een must-have voor wielerfans! Op 20 september verschijnt er weer een nieuwe RIDE Magazine. Onze 172 pagina’s dikke najaars-editie staat weer vol met prachtige wielerverhalen om heerlijk van te genieten. Bestel jouw exemplaar nu online voor slechts € 9,95. Snelle beslissers ontvangen 15 euro korting bij FuturumShop. RIDE extra voordelig lezen? Neem dan nu een abonnement en krijg 20% korting!

Historie

De erelijst van Roger De Vlaeminck is eigenlijk niet te bevatten. In een tijd waarin Eddy Merckx de dienst uitmaakte en er met Joop Zoetemelk, Luis Ocaña, Felice Gimondi, Bernard Thévenet, Francesco Moser en Jan Raas nog vele grote kampioen waren, reed de eigenzinnige en eigengereide renner uit Eeklo een palmares bijeen om U tegen te zeggen. Ga maar na: drie keer Milaan-San Remo, vier maal Parijs-Roubaix, de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik, zeven keer(!) Tirreno-Adriatico, 22 etappes in de Giro d’Italia…

De naam van De Vlaeminck is onlosmakelijk verbonden met Parijs-Roubaix, aangezien hij met vier zeges nog altijd het record in handen heeft, maar de Ronde van Lombardije – die hij in 1974 en 1976 wist te winnen – heeft ook een speciaal plekje in zijn wielerhart. “Dat is de mooiste en zwaarste koers ter wereld. Maar vent toch, de Ronde van Lombardije… Dat is pas écht koers”, vertelde de Belg in 2017 nog in een interview met De Standaard.

“In mijn tijd moesten eendagsrenners het dan opnemen tegen de klimmers. Ik heb daar nog gereden tegen Thevenet, Poulidor, Zoetemelk, Panizza… Maar ook tegen kleppers uit de klassiekers. Als je in Italië kon zeggen dat je Milaan-San Remo en Lombardije op je palmares hebt staan, zit je in de galerij van de allergrootsten. Lombardije staat niet voor niets in de groep van de vijf monumenten. Je kunt in Lombardije niets gaan doen als je niet graag klimt. Maar als je dat goed kan en wil, is Lombardije echt de max”, is de tweevoudig winnaar van mening.

Sean Kelly won de Ronde van Lombardije liefst drie keer – foto: Cor Vos

Deze ‘echte koers’ – om maar in de termen van De Vlaeminck te blijven – zag in 1905 het levenslicht. De wedstrijd ging in de eerste jaren nog door het leven als  ‘Milaan-Milaan’, maar vanaf 1907 spreken we van de Ronde van Lombardije, of Il Lombardia. Van de vijf monumentale klassiekers zijn alleen Luik-Bastenaken-Luik (1892) en Parijs-Roubaix (1896) ouder, maar de koers stond eerder op de wielerkalender dan Milaan-San Remo (1907) en de Ronde van Vlaanderen (1913). Van deze vijf wielermonumenten, ademt Il Lombardia misschien wel de meeste sfeer uit.

Het heeft ongetwijfeld te maken met de tijd van het jaar, de nazomerperiode, en het feit dat het wielerseizoen nu toch echt zijn eindpunt nadert. Het is tijd voor bezinning, en dan denk je al snel met weemoed terug aan alles wat er zich het voorbije wielerjaar weer heeft afgespeeld. In Italië wordt de wedstrijd ook wel ‘La corsa delle foglie morte’ genoemd, oftewel  ‘de koers van de dode bladeren’, al kennen we in de Lage Landen ook de alternatieve omschrijving ‘de koers van de vallende bladeren’. Hoe dan ook, de Ronde van Lombardije is de laatste  monumentale afspraak van het wegseizoen.

Op de erelijst komen we vrijwel alleen maar grote namen tegen. We hebben het dan bijvoorbeeld over Gustave Garrigou (1907), François Faber (1908), Henri Pélissier (1911, 1913 en 1920) en Philippe Thys (1917) in de jaren voor, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. Of grote Italiaanse wielerkampioenen als Costante Girardengo (1919, 1921 en 1922), Alfredo Binda (1925, 1926, 1927 en 1931), Gino Bartali (1936, 1939 en 1940) en recordhouder Fausto Coppi (1946, 1947 1948, 1949 en 1954) in het interbellum en de eerste jaren na die andere verschrikkelijke Wereldoorlog.

Verder verdienen wielergrootheden als Rik Van Looy (1959), Felice Gimondi (1966 en 1973), de eerder aangehaalde Roger De Vlaeminck (1974 en 1976), Francesco Moser (1975 en 1978), Bernard Hinault (1979 en 1984), Sean Kelly (1983, 1985 en 1991) en Tony Rominger (1989 en 1992) wel een vermelding. Na de eeuwwisseling wisten Michele Bartoli (2002 en 2003), Paolo Bettini (2005 en 2006), Damiano Cunego (2004, 2007 en 2008), Philippe Gilbert (2009 en 2010), Joaquim Rodríguez (2012 en 2013) en Vincenzo Nibali (2015 en 2017) meerdere keren te zegevieren.

Thuisland Italië wist 69 keer een winnaar af te leveren, geen enkel ander land doet beter of komt ook maar in de buurt. België is het op één na succesvolste land, samen met Frankrijk, met liefst twaalf laureaten. Thys, Van Looy, Emile Daems, Herman Vanspringel, Jean-Pierre Monseré, Merckx, De Vlaeminck, Fons De Wolf en Gilbert zijn de namen. Jo de Roo (1962 en 1963), Hennie Kuiper (1981) en Bauke Mollema (2019) zorgden door de jaren heen dan weer voor de Nederlandse successen in de wedstrijd, die elke toprenner maar wat graag wil winnen.

Laatste tien winnaars Ronde van Lombardije
2022: flag-si Tadej Pogačar
2021: flag-si Tadej Pogačar
2020: flag-dk Jakob Fuglsang
2019: flag-nl Bauke Mollema
2018: flag-fr Thibaut Pinot
2017: flag-it Vincenzo Nibali
2016: flag-co Esteban Chaves
2015: flag-it Vincenzo Nibali
2014: flag-ie Daniel Martin
2013: flag-es Joaquim Rodríguez

Joaquim Rodríguez op weg naar zijn eerste van twee zeges in ‘Il Lombardia’ – foto: Cor Vos


Laatste editie

De Ronde van Lombardije markeert in zekere zin het einde van het wielerseizoen, maar stond vorig jaar ook in het teken van het afscheid van twee wielerfenomenen van de 21ste eeuw. Voor Vincenzo Nibali (in 2015 en 2017 winnaar van Il Lombardia) en Alejandro Valverde (tweede in de edities van 2013, 2014 en 2019) was het namelijk de laatste wedstrijd uit hun profcarrière. Voor de start werden de Italiaan en Spanjaard door hun collega-wielrenners in het peloton in het zonnetje gezet door middel van een erehaag.

Na de start ging de aandacht uit naar drie andere renners: Alex Tolio (Bardiani-CSF-Faizanè), Christian Scaroni (Astana Qazaqstan) en Simone Ravanelli (Drone Hopper-Androni Giocattoli). Deze drie aanvallers begonnen met voorsprong aan de eerste klim van de dag, de Forcellino di Bianzano. Op deze beklimming zagen we een tegenaanval vanuit het peloton.

Ciao, Alejandro en Vincenzo! foto: Cor Vos

Alessandro De Marchi (Israel-Premier Tech), Lawson Craddock (BikeExchange-Jayco), Kenny Elissonde (Trek-Segafredo), Davide Bais (EOLO-Kometa), Luca Covili (Bardiani-CSF-Faizanè) en Natnael Tesfatsion (Drone Hopper-Androni Giocattoli) wisten op de flanken van de Forcellino di Bianzano de oversteek te maken. Op de Passo di Ganda, de tweede beklimming van de dag, sloot ook Aurélien Paret-Peintre (AG2R Citroën) nog aan. De vroege vlucht bestond zodoende uit tien renners.

De tien koplopers pakten een maximale voorsprong van vijf en een halve minuut. Groter werd de voorsprong niet, want in het peloton begonnen Movistar, Jumbo-Visma en UAE Emirates te rijden. Op de Madonna del Ghisallo werd het peloton stevig uitgedund, maar voor het echte spektakel was het wachten op de steile beklimming van de Civiglio, waar de koers steevast tot ontploffing komt. Dat was ook nu niet anders. Door het beulswerk van de mannen van UAE Emirates, in dienst van topfavoriet Tadej Pogacar, spatte de elitegroep volledig uiteen.

Na een laatste kopbeurt van Davide Formolo was het tijd voor Pogacar om op de pedalen te slaan. Slechts één renner bleek in staat om zijn wiel te volgen en dat was net als in de Giro dell’Emilia Enric Mas. Een andere Spanjaard, Mikel Landa, bleef nog enigszins in de buurt van deze twee kleppers, maar voor de andere renners – waaronder Tourwinnaar Jonas Vingegaard, de afscheidnemende Valverde en oud-winnaar Bauke Mollema – ging het echt te hard. Pogacar en Mas kwamen gezamenlijk boven op de top van de Civiglio.

Opnieuw Pogacar! De Sloveen vloert zijn Spaanse opponent in een sprint – foto: Cor Vos

In de snelle en verraderlijke afdaling slaagde een sterke Landa er in om de aansluiting te maken en zo trokken we met drie matadoren naar de San Fermo della Battaglia, die nog een tweede keer bedwongen moest worden. Op deze ruim twee kilometer lange klim haalde Mas nog een keer alles uit de kast, maar Pogacar wilde van geen wijken weten. Landa moest daarentegen opnieuw passen en begon met achterstand aan de laatste vlakkere kilometers naar de streep. De klimmer van Bahrain Victorious zag de kop van de koers pas weer terug na de finish.

Mas en Pogacar wisten elkaar niet meer te lossen en dus moest een sprint beslissen over winst en verlies. De op papier snellere Pogacar bleek ook na 253 kilometer nog over de snelste benen te beschikken, en had in de spurt geen kind aan Mas, die zo genoegen moest nemen met de meest ondankbare ereplaats. Landa kwam als derde over de streep, Sergio Higuita en Carlos Rodríguez vervolledigden de top-5. En Valverde en Nibali? De Spanjaard besloot zijn laatste profwedstrijd op een knappe zesde plaats, de Italiaan eindigde als 24ste.

Uitslag Ronde van Lombardije 2022 (253 km)
1. flag-si Tadej Pogačar (UAE Emirates) in 6u21m22s
2. flag-es Enric Mas (Movistar) z.t.
3. flag-es Mikel Landa (Bahrain Victorious) op 10s
4. flag-co Sergio Higuita (BORA-hansgrohe) op 52s
5. flag-es Carlos Rodríguez (INEOS Grenadiers) z.t.

Mas, Pogacar en Mikel Landa op het podium – foto: Cor Vos


Parcours

Het startsein zal dit jaar weer klinken in Como, waar in 2022 nog de finish was. De route is dit jaar met andere woorden hetzelfde als twee jaar geleden. Dit betekent dat de renners ditmaal weer niet over de gevreesde Muro di Sormano trekken, en dat de finale dit keer niet wordt gekruid door de beklimmingen naar Civiglio en de San Fermo della Battaglia.

De Madonna del Ghisallo maakt dit jaar wel gewoon zijn opwachting, maar zal zaterdag al veel eerder in de koers opduiken en is daardoor niet meer dan een opwarmertje voor wat komen gaat. Normaal trekken de renners via Bellagio over de top van deze vermaarde beklimming, maar dat is dit jaar ook niet het geval. De Madonna del Ghisallo, vroeger aan absolute scherprechter in de koers, verliest daardoor wel wat van zijn glans.

Na de afdaling van de Ghisallo volgt de route kilometerslang het Comomeer en vervolgens krijgen we een passage langs het Meer van Garlate. Als ze in Almenno San Bartolomeo weer noordwaarts gaan, zien ze al bijna Bergamo in de verte liggen. De renners maken echter nog een serieuze omweg over meerdere pittige beklimmingen. De eerste klim, die naar Roncola, is 9,4 kilometer lang aan 6,6%.

Na een eerste kilometer aan amper 3% volgt er een middenstuk van goed vijf kilometer aan 8%, met al snel een piek tot 17%. Vervolgens vlakt de weg weer af richting de top, waarna de duik naar beneden wordt ingezet richting de volgende klim. De weg naar Berbenno stijgt voor een zevental kilometer aan net geen 5% en kan worden gezien als een niet al te pittig intermezzo tussen de Roncola-klim en die naar Dossena, die al vrij snel opdoemt.

Na de afdaling van de Berbenno-klim volgen de renners het dal van de Brembo, een zijrivier van de Adda, stroomopwaarts op weg naar San Pellegrino Terme. Vlak na dit stadje begint met de Zambla Alta de langste klim van de dag. De Colle di Zambla is in totaal 24 kilometer lang en bijzonder onregelmatig.

De klim bestaat in feite uit meerdere delen. Het eerste stuk naar het bergdorpje Dossena – de Passo della Crocetta – is elf kilometer lang aan een slordige 6% en kan worden gekwalificeerd als een echte loper. Na het verlaten van Dossenna volgt een korte afdaling, een oplopende strook van ruim 7% en een nagenoeg vlakke sectie van een vijftal kilometer.

De laatste 2,5 kilometer van de Colle di Zambla zijn niet van de poes, het wegdek stijgt weer aan 7%, en geeft misschien de ruimte voor aanvallers om iets te ondernemen. Eenmaal op de top van de Zamblapas is het nog goed 65 kilometer tot de finish. Het venijn zit hem echter in de staart, want na een snelle afdaling naar de vallei van de Serio beginnen de renners al vrij snel aan de zwaarste klim van deze Ronde van Lombardije.

De Passo di Ganda is met een lengte van 9,2 kilometer niet de langste beklimming, maar kent wel een gemiddelde van 7,3%, met in de slotkilometers stroken tot wel 15%. Wie vervolgens Bergamo wil bereiken, moet de afdaling nemen richting de hoofdstad van de gelijknamige provincie. Eenmaal beneden had de organisatie ervoor kunnen kiezen om direct door te rijden richting de finish op de Viale Papa Giovanni XXIII in Bergamo, maar RCS Sport kiest zeker niet voor de makkelijkste weg.

Men kiest voor een extra lusje boven de stad langs, door de Città Alta, met op goed vijf kilometer van de meet nog een laatste helling om het verschil te maken. De Colle Aperto is een klimmetje van 1,6 kilometer aan net geen 8%, met een maximale strook van 12%, deels over keitjes, wat de klim extra lastig maakt. Dat de koers nog een verrassende wending kan krijgen op de Colle Aperto, liet Esteban Chaves zien tijdens de editie van 2016.

De Colombiaan wist toen met een ultieme versnelling Romain Bardet nog uit de wielen te rijden. De Colombiaan trok daarna in een sprint aan het langste eind door Diego Rosa en Rigoberto Urán te verslaan. Toen kwamen ze overigens niet aan op de Viale Papa Giovanni XXIII, maar op een parallelstraat. De Viale Papa Giovanni XXIII wordt overigens bereikt na een afdaling van om en nabij de drie kilometer. Wie zien we vervolgens na 238 kilometer het zegegebaar maken?

Zaterdag 7 oktober: Como-Bergamo (238 km)
Start: 10.35 uur
Finish: tussen 16.40 en 17.25 uur


Favorieten

De Ronde van Lombardije is voor de meeste renners de laatste wielerafspraak van het seizoen, maar het is wel een zeer belangrijke afspraak. In een monumentale klassieker worden de messen doorgaans nog iets scherper geslepen, en dat is dit jaar zeker het geval. We mogen ons namelijk verheugen op een strijd tussen drie absolute wereldtoppers. Noem het een strijd tussen ‘De Grote Drie’: Tadej Pogacar, Primoz Roglic en Remco Evenepoel.

Tadej Pogacar – foto: Cor Vos

In de voorbije Italiaanse najaarskoersen werden we al getrakteerd op duels tussen Pogacar en Roglic. In de Giro dell’Emilia kwam Roglic als overwinnaar uit de strijd en in Tre Valli Varesine was het eerder een ex aequo. Op basis van deze twee clashes is het misschien logisch om Roglic naar voren te schuiven als topfavoriet, maar we gaan in dit geval toch voor zijn jongere landgenoot Tadej Pogacar. De kopman van UAE Emirates heeft voor de Ronde van Lombardije namelijk een streepje (of moeten we zeggen twee streepjes?) voor op de renner van Jumbo-Visma.

Pogacar was namelijk al twee keer de beste in Il Lombardia, terwijl Roglic nog nooit op het hoogste schavotje stond. Dat wil toch iets zeggen, namelijk dat de laatste monumentale klassieker van het seizoen Pogacar als een handschoen past. De 25-jarige coureur was vorig jaar de sterkste na een finale over de Civiglio en San Fermo della Battaglia, maar de tweevoudig Tourwinnaar toonde zich in 2021 ook de sterkste op de omloop die we dit jaar weer krijgen voorgeschoteld, met de Passo di Gandia en de Colle Aperto in Bergamo als laatste scherprechters.

Primoz Roglic – foto: Cor Vos

Pogacar zal komende zaterdag kortom met vertrouwen aan de start staan, maar treft dus wel twee tegenstanders van formaat. De naam van Primoz Roglic hebben we al laten vallen in deze voorbeschouwing. Voor de 33-jarige renner is het niet zomaar een editie van de Ronde van Lombardije: het is voor Roglic namelijk de laatste wedstrijd in het tenue van Jumbo-Visma. Roglic vertrekt na acht zeer succesvolle seizoenen bij de Nederlandse formatie, maar zal graag met een sportieve knal willen eindigen en de ploeg een mooi afscheidscadeau willen overhandigen.

Dit deed hij natuurlijk al met winst in de Giro dell’Emilia, maar Roglic zal ongetwijfeld dromen van een nog grootser afscheid. De vorm is aanwezig, het parcours is de Sloveen op het lijf geschreven en over de sterkte van zijn ploeg hoeft hij zich ook geen zorgen te maken. Alleen: in zijn vier eerdere deelnames werd Roglic achtereenvolgens 40ste, 17e, zevende en vierde. Dat staat toch in schril contrast met de uitslagen die Pogacar al liet optekenen. Al zal de opportunist waarschijnlijk tot de conclusie komen dat er een stijgende lijn zit in Roglic’s zijn prestaties.

Als we kijken naar de sterkte van UAE Emirates en Jumbo-Visma, de ploegen van de twee Slovenen, dan moeten we toch concluderen dat de formatie van Pogacar op papier sterker oogt. Natuurlijk, Jumbo-Visma heeft met onder meer Attila Valter, Tiesj Benoot en Wilco Kelderman zeer sterke renners in steun. De selectie van UAE Emirates is echter om van te likkebaarden en loopt over van kwaliteit met Marc Hirschi, Davide Formolo, Rafal Majka en Diego Ulissi. En dan hebben we het nog niet eens gehad over Adam Yates, die zelf ook in staat is om te winnen.

Remco Evenepoel – foto: Cor Vos

Genoeg over Jumbo-Visma en UAE Emirates, want er staan nog wel meer ploegen en kanshebbers aan de start. We hadden het eerder al over ‘De Grote Drie’: Tadej Pogacar, Primoz Roglic en… Remco Evenepoel. De 23-jarige Belg van Soudal Quick-Step kwam sinds de Vuelta a España niet meer in actie, maar de oud-wereldkampioen zal ongetwijfeld zijn stempel drukken op het koersverloop. Dat doet Evenepoel namelijk altijd: anoniem meerijden zit nu eenmaal niet in zijn aard. Bovendien heeft hij nog iets goed te maken in deze wedstrijd.

We herinneren ons allemaal nog wel die verschrikkelijke valpartij van drie jaar geleden, toen Evenepoel in de Ronde van Lombardije – tijdens de afdaling van de Muro di Sormano – een bocht verkeerd inschatte, op een muurtje botste en meters naar beneden viel. Een bekkenbreuk en maandenlange revalidatie was het gevolg. Dit ligt inmiddels alweer een tijdje achter de renner uit Schepdaal, maar zal hem toch extra brandstof geven om zaterdag goed te presteren. En een Evenepoel die koerst op adrenaline en met de nodige bewijsdrang, is éxtra gevaarlijk.

Er is alleen één maar: kan de Belgische rondehoop zich momenteel volledig concentreren op de koers, met alles wat er nu speelt rondom zijn ploeg Soudal Quick-Step, en de nakende fusie met Jumbo-Visma? De naam van Evenepoel werd de voorbije dagen weer in verband gebracht met INEOS Grenadiers. Zorgt dit voor onnodig veel stress? Of kan Evenepoel deze negatieve energie omzetten in een moois?

Simon Yates – foto: Cor Vos

De meeste ogen zijn gericht op Pogacar, Roglic en Evenepoel, maar dat wil niet zeggen dat er geen andere kanshebbers zijn op de overwinning. Neem nu Simon Yates, die de voorbije weken uitstekend op dreef is en de kwaliteiten heeft om te zegevieren in Il Lombardia. De Britse klimmer was in de Giro dell’Emilia, toch een belangrijke graadmeter, nog derde achter de twee Slovenen. In deze semiklassieker maakte ook Aleksandr Vlasov (6e) een goede indruk. De Rus – tevens derde in Tre Valli Varesine – is met zijn klim- en punchvermogen een renner om in de gaten te houden.

Nu we het toch hebben over de Giro dell’Emilia: in de top-10 van deze koers komen we ook de namen van Enric Mas (4e) en Michael Woods (5e) tegen. Deze renners mogen we ook zeker opschrijven voor zaterdag. We moeten immers niet vergeten dat Mas vorig jaar de enige echte uitdager was van Pogacar in de Ronde van Lombardije, maar in een sprint-a-deux toen de duimen moest leggen. Woods was in 2019 vijfde in de najaarsklassieker. De Canadees werd niet alleen vijfde in Emilia, maar ook zesde in Tre Valli Varesine. Dat belooft toch voor zaterdag.

Ben Healy – foto: Cor Vos

Wie ook goed was in de Giro dell’Emilia: Richard Carapaz. De Ecuadoraan kwam op de top van de San-Luca-klim niet verder dan een zevende plaats, maar was in de finale toch de eerste die kon reageren op een versnelling van Tadej Pogacar. Carapaz werd enkele dagen later ook tweede in Tre Valli Varesine. De Zuid-Amerikaan vormt samen met zijn EF Education-EasyPost-ploeggenoot Ben Healy misschien wel een zeer gevaarlijke tandem. De Ier koos voor een alternatieve voorbereiding op het Italiaanse wielermonument, werpt dat zijn vruchten af?

Verder is het uitkijken naar een ploeggenoot van Healy en Carapaz bij EF Education-EasyPost, Rigoberto Urán, die in het verleden al drie keer op het podium stond van de Ronde van Lombardije. Team dsm-firmenich rekent dan weer op Romain Bardet, die al eens vierde werd in deze koers. De jonge Fransen Lenny Martinez en Romain Grégoire kunnen wellicht verrassen namens Groupama-FDJ, terwijl Julian Alaphilippe en Tre Valli Varesine-winnaar Ilan Van Wilder misschien wel de ideale schaduwkopmannen zijn voor Soudal Quick-Step.

Thibaut Pinot won Il Lombardia in 2018. Kan hij vijf jaar later nog eens schitteren? – foto: Cor Vos

Israel-Premier Tech trekt niet alleen met Woods naar de koers van de vallende (of dode) bladeren, maar ook met Dylan Teuns (3e in 2018), Jakob Fuglsang (winnaar in 2020) en Domenico Pozzovivo. INEOS Grenadiers rekent niet op een uitgesproken kopman, maar heeft met Pavel Sivakov en Carlos Rodríguez twee sterke renners in de gelederen. Andere mannen om in de gaten te houden, zijn Lennert Van Eetvelt, Andreas Kron (Lotto Dstny), Lorenzo Fortunato (EOLO-Kometa), Filippo Zana (Jayco AlUla), Valentin Madouas (Groupama-FDJ) en Warren Barguil (Arkéa-Samsic).

We kunnen ook niet heen om oud-winnaar Bauke Mollema (Lidl-Trek), Guillaume Martin, Victor Lafay (Cofidis), Simone Velasco (Astana Qazaqstan), Ben O’Connor, Felix Gall (AG2R Citroën) en Sergio Higuita (BORA-hansgrohe). Bahrain Victorious heeft met Mikel Landa – vorig jaar nog derde – en Santiago Buitrago dan weer een potentieel superduo in huis. Tot slot willen we nog even stilstaan bij Thibaut Pinot, die na de Ronde van Lombardije zal afzwaaien als profwielrenner. Kan hij in zijn geliefkoosde klassieker, die hij in 2018 wist te winnen, nog een laatste keer schitteren?


Favorieten volgens WielerFlits
**** Tadej Pogacar
*** Primoz Roglic, Remco Evenepoel
** Richard Carapaz, Adam Yates, Simon Yates
* Enric Mas, Aleksandr Vlasov, Michael Woods, Ben Healy

Website organisatie

Weer en TV

In startplaats Como is het zaterdag in de ochtenduren droog, een graad of vijftien en krijgt de zon de kans om door te breken. De renners zullen zeker niet klagen over de laatste weersvoorspellingen, want het belooft een heerlijke nazomerdag te worden. Het kwik zal in de middag stijgen naar de 24 graden Celsius. Er staat verder een matige tot zwakke wind – aan 2 Beaufort – uit het zuidwesten.

De Ronde van Lombardije is ook dit jaar weer van A tot Z te volgen via Eurosport. Eurosport 1 is er al bij vanaf 10.10 uur, tien minuten eerder begint de live-uitzending op de online kanalen Eurosport.nl/Discovery+/GCN+. Belgische wielerfans kunnen de wedstrijd ook volgen via de commerciële Belgische zender VTM. Voor meer informatie kun je altijd terecht in onze tv-gids Wielrennen op TV.


RIDE Magazine
1 Reacties
07-10-2023 08:55
Naar mijn bescheiden worden de puntjes over wie de scepter zwaait in het huidige wielrennen vandaag weer op de i gezet, en rijdt Pogacar ze naar huis zoals in de Ronde van Vlaanderen, waar ook al veel twijfel was tussen 3 mogelijke winnaars. Ik vind persoonlijk dat mensen snel vergeten...

Om te reageren moet je ingelogd zijn.