Vrij spel op de Muur van Huy voor specialisten Anna van der Breggen en Julian Alaphilippe
Analyse Natuurlijk liep koersdirecteur Christian Prudhomme glunderend bij de Église Notre Dame de la Sarte op de top van de Muur van Huy rond. Twee wereldkampioenen die je wedstrijd winnen, mooier kun je het als organisator bijna niet wensen. Twee renners met een rijk palmares, waarbij één wedstrijd op hun uitslagenlijst wel erg in het oog springt. Anna van der Breggen en Julian Alaphillipe zijn in hun glorierijke loopbaan nergens zo succesvol als in de Waalse Pijl.
Het was de laatste keer dat de inmiddels 31-jarige Anna van der Breggen aan de start stond van ‘haar’ wedstrijd. Anderhalve week geleden snotterde ze nog en voelde ze zich ziekjes. De 53e plek afgelopen zondag in de Amstel Gold Race was het bewijs dat ze zich nog lang niet optimaal voelde. Al was het juist deze thuiswedstrijd die ze nodig had om de prikkels te krijgen om naar de topvorm toe te groeien.
Liefst zesmaal won ‘VDB’ al op de Chemin des Chapelles, beter bekend als de Muur van Huy. Deze klim wordt ook wel de Waalse kruisweg van het cyclisme genoemd. De zeven kapelletjes langs de steile klim maken deel uit van de pelgrimstocht naar Notre Dame de la Sarte in Hoei en beelden de zeven smarten van Maria uit. Het is op deze klim waar Van der Breggen nu dus al zeven jaar lang ongekende krachten vindt om ieder jaar opnieuw met andere tegenstanders af te rekenen. Bij iedere kappelletje kan ze nu een overwinning overleggen, alle zeven smarten van de klim heeft ze overwonnen.
Geheim
“Toch is er geen echt geheim”, zegt Van der Breggen over de klim. “Je moet weten hoe snel je die klim kunt oprijden. Nergens mag je over je limiet gaan. Maar, je mag ook geen gaten laten vallen als iemand anders aanzet.”
Ook haar ploegleider Danny Stam gelooft niet in sacrale geheimen van deze Muur. “Als je hier twee keer wint, dan heb je het vertrouwen dat je de klim onder controle hebt. Dat je precies weet hoe je je krachten moet verdelen richting de top. Natuurlijk zijn er wel ideale lijnen. Zo zagen we op de training dat de nieuweling in onze ploeg Demi Vollering. De kortste weg naar de top is ook de moeilijkste. De buitenbocht van de beruchte chicane helt 20%, terwijl de binnenbocht liefst 26%telt. Daar loop je je de meeste kans dat de verzuring eerder intreedt.”
Daarom is de Muur van Huy het terrein voor specialisten. Kijk naar de podiums: Van der Breggen zeven keer eerste. Kasia Niewiadoma, een keer tweede en derde én zes keer in de top-tien. Elisa Longo Borghini, drie keer top-drie, vijf keer top-vijf. En bij de mannen: Julian Alaphilippe, driemaal eerste, twee keer tweede. Alejandro Valverde stond maar liefst acht keer op het podium en wist de Waalse Pijl vijfmaal te winnen. En de nummer twee Primoz Roglic: die debuteerde ditmaal met een tweede plaats op de kruisweg én een klimrecord…
En misschien zat juist daar ook het verschil in. Op 350 meter van de streep ging Roglic té vroeg in de aanval. De specialisten weten dat je pas op 200 meter van de verlossende witte kalklijn je demarrage moet plaatsen. Al was Roglic het daar niet meer eens: “Alaphilippe was gewoon sterker. Als ik betere benen had, dan had ik gewoon gewonnen.”
Geschiedenis
Maar zo simpel is het op de Muur van Huy niet. De geschiedenis heeft geleerd dat je deze klim moet leren kennen. Het is een balans vinden tussen de plek van je versnelling en je uithoudingsvermogen. Roglic reed zichzelf bij zijn debuut wel in de boeken. Samen met Alaphilippe realiseerde hij in de slotkilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van elf procent de snelste tijd ooit van: 2’40. Goed voor een gemiddelde van 22,5 kilometer per uur. Deze toptijd was vooral te danken aan de Sloveen van Jumbo-Visma.
“Zeker als debutant had Roglic een nadeel tegenover de specialisten”, stelt zijn ploegleider Frans Maassen. “Alaphilippe had door de vroege aanval van Primoz een mooi richtpunt. Maar ja, had iedereen niet voor Roglic zijn hoed afgenomen wanneer Alaphilippe wat minder sterk was geweest? Misschien is Roglic inderdaad ietsje te vroeg gegaan, maar dat is achteraf makkelijker concluderen dan in de wedstrijd. Wellicht dat hij het de volgende keer bij zijn tweede deelname aan de Waalse Pijl anders zal doen.”
De andere vraag is waarom de rest van het mannenpeloton, in. tegenstelling tot de vrouwenwedstrijd waar we een zeer attractieve koers zagen, zich opnieuw naar de slachtbank van Muur van Huy laat leiden. Al achttien jaar op rij slaagt niemand er meer in om in de aanloop naar de scherprechter een kloof te slaan. Het is logisch dat Deceuninck-QuickStep (Alaphilippe), Jumbo-Visma (Roglic), Movistar (Valverde), Israël Start-Up Nation (Woods) deze tactiek hanteren, maar de andere ploegen moeten eigenlijk toch weten dat ze alleen nog maar voor de kruimels koersen. Toch vormen ook de ploegen van de kopmannen die tussen plek vijf en vijftien eindigen een blok dat blind naar de laatste kilometer stormt.
Gnoes
Vergelijk het met de jaarlijkse grote oversteek van de gnoes. Als er één gaat, dan gaan ze met z’n allen. In het kuddegedrag wordt er geen gevaar gezien. Met tienduizenden wurmen ze zich door té smalle beddingen van de Mara-rivier waar tientallen hongerige krokodillen op hen wachten. Honderden gnoes vinden in de Serengeti de dood, maar het volgzame karakter jaagt hen blindelings door Tanzania en Kenia.
De Waalse Pijl is zo’n dag dat het peloton ook kuddegedrag zoals deze buffels vertoont. Dat ze weten dat ze vrijwel zeker op een sportieve dood afstevenen, maar ze zich toch met oogkleppen op en het verstand op nul laten leiden naar de slachtbank. In de Waalse Pijl heet dat offerpodium de Muur van Huy en voor iedereen was het bekend dat de beulen Julian Alaphilippe, Primoz Roglic en Alejandro Valverde Belmonte op scherp staan. Iedereen ziet het, iedereen kijkt ernaar, maar vrijwel niemand onderneemt iets.
Het is onbegrijpelijk dat een ongekend sterk collectief als Ineos – Grenadiers met Tom Pidcock, Richard Carapaz, Michal Kwiatkowski, Adam Yates en o.a. Tao Geoghegan Hart niet meer probeert. Dat zij niet een aanval met een aantal bondgenoten opzetten. Sinds Igor Astarloa in 2003 wist niemand meer dankzij een ontsnapping te winnen. De finish op de Muur van Huy is uitgegroeid tot het sprintersfestival van de klimmers. Prachtige finale, ik heb er niks op tegen, maar ik kan me niet voorstellen dat veel ploegen met een echt bevredigend naar huis gaan.
Buiging
Wat dat betreft maak ik opnieuw een diepe buiging voor Tim Wellens. Ieder jaar probeert hij het. Ondertussen beseft hij natuurlijk dat het tegen al die bondgenoten voor ereplaatsen een vrijwel kansloze onderneming is om in de finale aan te vallen. Maar de ‘braveheart’ van Lotto-Soudal weet dat hij bij de bestorming van de Muur ook niet verder komt dan een anonieme ereplaats.
En dus moeten we weer een jaar lang, tegen beter weten in, de ijdele hoop koesteren dat de concurrentie eens eerder dan op de Muur van Huy de strijd aangaat met deze pure en ongenaakbare specialisten van de kruisweg naar Église Notre Dame de la Sarte.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.