Amaury Capiot na winst in Oman: “Dokters wisten niet of ik nog terug zou kunnen koersen”
Video Weinig renners die de overwinning in de Ronde van Oman meer gegund was dan Amaury Capiot. De 30-jarige sprinter kwam vorig jaar amper achttien keer in actie door een slepende zware knieblessure, ook wel het itb-frictiesyndroom genoemd. “Het was niet zeker of ik zelfs wielrenner zou kunnen blijven, dus deze overwinning doet veel deugd”, zegt Capiot voor onze camera.
“Gisteren zat ik met onze ploegleider samen om een plan te maken. We zouden twee à drie renners bij mij zetten, voor het geval bij mij zetten voor het geval ik zou lossen op de voorlaatste klim. Met Embret (Svestad-Bardseng, red.) hebben we iemand van het Development Team die heel goed klimt. Ik heb hem gevraagd om de hele rit bij mij te blijven. Ik ging proberen om over de laatste klim te geraken. Het scheelde niet veel, ik was gelost. Embret bleef bij mij en heeft de laatste vijftig meter goedgemaakt. Alle credits voor hem, dus. Daarna was ik een beetje verplicht om minstens op het podium te staan. Voor hem, een jonge gast die al matuur is.”
Capiot oogde krachtig in de sprint, maar volgens de Limburger was dat slechts schijn. “We zaten allemaal een beetje ‘piepedood’. Ik probeerde vanop driehonderd meter te gaan, omdat ik nog van redelijk ver moest komen. Maar ik zag ook meteen dat het te vroeg was. Ik moest even weer het wiel van Schelling pakken, om alles op die laatste 75 meter te zetten. In één explosieve ruk wilde ik er opnieuw uitkomen. Het was close, maar ik dacht: ik ga hem gewoon claimen. Ik moest aan de ploegleiders toegeven dat ik het niet zeker wist. De emotie kan er dan niet in één keer uitkomen, maar dat gaat nu gewoon geleidelijk toegeven. Het betekent in ieder geval heel veel voor mij.”
De slepende knieklachten zetten vorig jaar zelfs even de carrière van de sprinter van Arkéa-B&B Hotels op de helling. “Het was een triestig seizoen. Ik had veel blessureleed, het gaat altijd met ups en downs bij mij. Nooit in een rechte lijn. Maar als het goed gaat, dan gaat het ook gewoon écht goed. En daar zijn we heel content mee. Tijdens de rit denk je er niet aan. Het is meer na de finish dat het bovenkomt. Als je uit een diep dal komt, is het fijn om terug je niveau te bereiken en te winnen.”
“2023 was écht een lastig jaar voor mij. Je voelde dat het niet goed ging, dat je constant stekende pijn in de knie kreeg. Het was al de tweede keer dat ik dat ervaarde in mijn carrière. De dokters zeiden: we weten niet zeker dat we je kunnen helpen met de operatie, maar we willen het wel doen. Dan besef je al: de kans dat ik nog ga kunnen koersen, is klein. Laat staan terug op mijn niveau komen, dat weet je al helemaal niet. Het is niet alleen je inkomen, maar ook je grote passie die je misschien uit je handen ziet glippen.”
“Als je dan in augustus en september terug op de wedstrijden kunt komen, dan is dat plezant. Maar dan begint het eigenlijk pas en ga je terug op zoek naar je gevoel van vroeger. Zelfs recent in januari was het niet ideaal. Maar we hebben ons altijd aangepast aan hoe ik me voelde. Dan ben ik wel heel trots op de ploeg en trainers dat we er zo zijn gekomen.”
Al ziet Capiot nog altijd werk voor zichzelf. “Ik heb nog altijd het gevoel dat ik naar mijn beste niveau toe moet werken. Daarom zei ik ook dat mijn derde plek in de Muscat Classic als een grote verrassing kwam voor mij. Dit is dan de extra verrassing die erbij komt. Ik ben iemand die altijd hard moet werken om op mijn beste niveau proberen te komen. Maar ik win ook niet vaak. Daarom moet ik nu eens zo hard profiteren van dit gevoel. Intussen weet ik wel hoe hard de klappen kunnen zijn, maar die moet je accepteren om eens zo hard terug te slaan in andere koersen. “
Om te reageren moet je ingelogd zijn.