Merijn Zeeman, van wielerprofessor in de Zaanstreek tot voetbalbaas in Alkmaar
Youri IJnsen
donderdag 4 april 2024 om 08:05

Merijn Zeeman, van wielerprofessor in de Zaanstreek tot voetbalbaas in Alkmaar

Special Dinsdagavond kwam het nieuws naar buiten dat Merijn Zeeman na het lopende wielerseizoen vertrekt bij Visma | Lease a Bike. De sportief directeur droomt al jaren van een baan in het voetbal en ziet dat nu uitkomen. Later dit jaar gaat Zeeman aan de slag als directeur bij voetbalclub AZ Alkmaar, uit de stad waar de Noord-Hollander werd geboren. Een mooi compliment voor de wielerman, die Visma | Lease a Bike omtoverde van het lachertje in de WorldTour naar het beste team ter wereld. Een tijdlijn.

Zelf was Zeeman als wielrenner geen hoogvlieger. Hij schopte het nog even tot het Continental-niveau bij Tegeltoko, de voorloper van wat later het vermaarde Löwik Meubelen werd. Zijn beste uitslag die online te raadplegen is, is een negentiende plek op het NK voor beloften in 1998. Zeeman is dan negentien jaar. Hij blijft nog tot 2001 fietsen, maar hangt daarna zijn stalen ros aan de wilgen. Van jongs af aan is Zeeman al gedreven door coaches. Rinus Michels, Johan Cruijff en Louis van Gaal bewondert hij, als hij na de eeuwwisseling begint als student aan de ALO in Amsterdam. Naast zijn studie gaf Zeeman spinninglessen in een sport- en fitnesscentrum.

Eerste stappen als ploegleider
In die periode gaat hij ook aan de slag bij de Zaanse amateurvereniging DTS (Door Training Sterk), waar hij samen met jeugdvriend Aike Visbeek gaat pionieren. Als pubers vonden ze elkaar, door urenlang Championship Manager (nu het populaire Football Manager) te spelen op de pc. In de krochten van het Engelse voetbal zochten ze naar goedkope talenten die iedereen over het hoofd zag, om hun fictieve ploeg mee te versterken. Ook vandaag de dag nog draait Football Manager om het maken van strategische keuzes, waarmee je jezelf naar de top van het spel kunt werken. Zelf spelen zoals in de FIFA-voetbalspellen, is er niet bij. Het draait en draaide puur om strategie.

Beide mannen positioneren DTS als opleidingsploeg en hebben in 2004 bekende namen als Floris Goesinnen, Wouter Mol, Frank Kwanten, de Pool Piotr Mazur en de Duitser Henrik Werner in hun ploeg. Met fietsensponsor Moser en de lokale Albert Heijn uit het Groningse Paterswolde, is hun ploeg anno 2004 een Continental-formatie. Een combinatie tussen Noord-Hollanders en Groningers, waar ook Bert van der Tuuk een grote rol in speelt. Een jaar later komt ook de regio Trentino erbij als sponsor, inclusief renners als Maciej Bodnar en Huub Duijn. Een soort B-team, want met Skil-Moser komt er in dezelfde structuur een sterker A-team naast die ploeg te hangen.

Zeeman bij Tegeltoko in 1998, uiterst links – foto: Cor Vos

Eind 2005 klapte echter het project van Van der Tuuk en co. De reden? Volgens hoofdsponsor Skil – dat zich terugtrok – waren de ambities van de ploeg te hoog. Visbeek en Zeeman trokken vervolgens naar het continentale Krolstone, waar ze onder meer Pim Ligthart en Lieuwe Westra onder hun hoede kregen. Visbeek was in 2005 verhuisd naar Zweden en focuste zich sinds 2008 op zijn werk bij het Zweedse Cyklesport. Krolstone kent dat seizoen onder leiding van Zeeman én Kwanten een zeer succesvol jaar. Reden genoeg voor Iwan Spekenbrink om de dan 30-jarige in Amsterdam woonachtige Zeeman naar zijn ploeg te halen. Daar was een cultuuromslag nodig.

De overstap naar Skil-Shimano
Het Parool schrijft aan het begin van 2009 dat er door Skil-Shimano niet geïnvesteerd is in grote namen, maar in de omkadering om het rendement te vergroten. Zeeman krijgt daarin een carte blanche van Spekenbrink. De Nederlandse ploeg (nu Team dsm-firmenich PostNL) is dan nog een ProContinental-team en heeft met pure sprinter Kenny van Hummel slechts één écht bekende naam in de selectie. Niet per se makkelijk materiaal om mee te werken. Zeeman valt op het eerste trainingskamp al meteen op met zijn uitspraken, nadat Spekenbrink twee huizen gekocht had in Hengelo om renners samen te brengen voor trainingen en wetenschappelijke testen. 

“Met de moderne techniek kan een renner mij weliswaar al zijn trainingsgegevens doorsturen, maar dat is niet genoeg. Coachen werkt veel effectiever als je de renners bij je hebt. In andere sporten is dat allang normaal, blijkbaar niet in het wielrennen. Ik vind het vreemd dat in een sport waar zoveel geld in omgaat, niet meer wordt gedaan om mensen beter te maken. Wielrenners moeten nog altijd op pad met een programma en de boodschap dat ze goed moeten zijn als het erom gaat. Hoe ze daarvoor kunnen zorgen, dat moeten ze maar zelf uitzoeken. Als trainer wil ik deel uitmaken van dat proces. Als een renner niet goed rijdt, ben ik medeverantwoordelijk.”

Zeeman kreeg alle ruimte om te groeien onder Spekenbrink – foto: Cor Vos

Bij Skil-Shimano introduceerde Zeeman individuele trainingsschema’s, haalde hij een sportpsycholoog en ook een voedingsdeskundige bij de ploeg. De boodschap van hem was duidelijk: “Een aantal renners moet nog wennen aan deze aanpak. Maar we gaan dit proces zeker intensiveren. Renners die dit niet accepteren, hoeven we bij Skil-Shimano niet meer. Topsport is opoffering.” Als hij via oude bekende Visbeek in 2011 Marcel Kittel naar de ploeg haalt, is de formatie van Spekenbrink voor goed vertrokken. Een jaar nadien blijken ook aanwinsten John Degenkolb en Tom Dumoulin schoten in de roos. Zeeman haalt vervolgens Visbeek binnen.

Van alles naar niets
De samenwerking tussen de twee jeugdvrienden is echter maar van korte duur. Zeeman krijgt een baan als ploegleider aangeboden bij Rabobank, dat dan al jaren een van de toonaangevende ploegen ter wereld is. De geboren Alkmaarder krijgt de kans om samen te werken met (aspirant) wereldtoppers als Lars Boom, Theo Bos, Robert Gesink, Wilco Kelderman, Steven Kruijswijk, Michael Matthews en Bauke Mollema. “Dit jaar ben ik op een punt gekomen dat mijn werk weliswaar niet af is – want dat is het niet – maar dat de voltooiing wel in aantocht is. Ik dacht: als er een nieuw project langskomt…. en toen meldde Rabobank zich”, zei Zeeman in juli 2012.

“Er zijn veel gesprekken geweest en uiteindelijk heb ik besloten het te doen. Directeur Harold Knebel heeft me gevraagd meer dynamiek in de ploeg te brengen, precies hetgeen ik graag doe. Er rijden ontzettend grote talenten bij het team, naar die potentie kijk ik. Het is niet direct de promotie, dat speelt geen rol. Het gaat erom dat we met z’n allen onze schouders eronder zetten, ploegleiding, renners, trainers, iedereen. In dat geheel speel ik een rolletje.” Maar net voordat hij daar op 1 november zou beginnen, klapte het hele Rabobank-fundament half oktober ineen. En dus moest Zeeman vanaf toen beginnen met een blanco vel papier. De uitdaging werd groter.

Geen luxe bij Rabobank, maar opnieuw beginnen via Blanco en Belkin – foto: Cor Vos

In de jaren erna is Zeeman vooral ploegleider. Het grote publiek leert hem voor het eerst kennen door de documentaire Bau en Lau, over de Tour de France van 2014. De ploeg heet dan Belkin en Zeeman is een van de ploegleiders tijdens die Tour. De Noord-Hollander valt op als een jonge zenuwpees die ook het vloeken onder de knie heeft. De ploeg teert dat jaar voor het laatst op de centen van Rabobank. Eind 2014 vertrekken liefst twaalf renners bij de ploeg, waaronder sterkhouders Boom en Mollema. Slechts vier komen daarvoor terug. Het seizoen 2015 is het eerste als LottoNL-Jumbo, maar ook het allerslechtste jaar in de historie van de ploeg.

De opmaat naar succes
Het roer moet en gaat om bij de ploeg. Het team doet met Dylan Groenewegen een gewenste aankoop en gelooft in de dan nog nobele onbekende Primož Roglič. Na een dijk van een voorjaar voor Sep Vanmarcke, een bijna gewonnen Giro d’Italia van Steven Kruijswijk, de ritzege van Robert Gesink in de Vuelta a España en de successen van Groenewegen en Roglič, pakt ploegbaas Richard Plugge door. Eind 2016 promoveert hij Zeeman tot sportief directeur, waarmee de Noord-Hollander sportief de touwtjes in handen krijgt en vanaf dan ook eindverantwoordelijke is. Hoogtepunt in het eerste jaar zijn twee ritzeges in de Tour, door Groenewegen en Roglič.

In 2018 ontwikkelt de ploeg zich verder door. Zeeman investeert veel in de Nederlandse topsprinter en hun Sloveense parel. Met succes, want dat seizoen rijgen beiden de zeges aaneen. Groenewegen wint bijvoorbeeld Kuurne-Brussel-Kuurne, Roglič pakt de eindzege in de Ronde van het Baskenland en samen zijn ze goed voor drie ritzeges in de Tour. De Sloveen eindigt die ronde bovendien als vierde, Steven Kruijswijk finisht als vijfde en een paar weken later als vierde in de Vuelta. Die zomer drukt Zeeman nog verder zijn stempel: hij overtuigt de zeer begeerde Wout van Aert met zijn plan om voor Jumbo-Visma te kiezen. Ook Tony Martin haalt hij binnen.

De vijf kopstukken eind 2019, met Plugge en Zeeman (rechts) – foto: Cor Vos

Dat is nog niet alles. Nog altijd met Championship Manager in zijn achterhoofd, probeert Zeeman robuuste talenten te vinden voor zijn ploeg. Jonge renners met bijzondere kwaliteiten, maar die door omstandigheden nog nooit het maximale eruit hebben kunnen halen. Als de hoofdcoach met Jonas Vingegaard op de proppen komt in diezelfde zomer, heeft vrijwel niemand ooit nog van hem gehoord. In 2019 zet Jumbo-Visma onder het bewind van Zeeman een volgende sportieve stap. Met Van Aert hebben ze de zo gewenste afmaker in de klassiekers en Roglič is heer en meester in de rittenkoersen van een week. De Sloveen wint in het najaar (met de Vuelta) ook de eerste grote ronde van JV.

Geschiedenis geschreven
Daarna is de ban helemaal gebroken. Jumbo-Visma stoot door en mikt vol op de eindzege in de Tour de France 2020. Dat lijkt te gaan lukken, maar vlak voor Parijs gaat het toch mis. Eerst komt Zeeman zelf in het nieuws doordat hij uit de Tour was gegooid, nadat hij was uitgevallen tegen een UCI-official. Op het beruchte klapstoeltje ergens aan een weg tijdens de laatste tijdrit, ziet hij met lede ogen aan dat kopman Roglič een zekere winstmarge tóch weggeeft op La Planche des Belles Filles. Geen eerste gele trui, maar tweede achter Tadej Pogačar. Verder is het wel een topjaar voor Zeeman en de ploeg, met zeges in Milaan-San Remo, Luik-Bastenaken-Luik en Strade Bianche.

In 2021 wint de ploeg de Amstel Gold Race, voor de derde keer op rij de Vuelta a España én vier etappes in de Tour. Opnieuw is Pogačar er de beste, maar toont de inmiddels gepolijste robijn Vingegaard dat de Sloveen kwetsbaar is. Met de ontbolsterde Deen lukt het Zeeman en zijn ploeg een jaar later eindelijk om de Tour de France te winnen. Daarnaast zijn er nog talloze zeges in grote wedstrijden en kroont Jumbo-Visma zich opnieuw tot de beste ploeg ter wereld op de UCI Team Ranking. Als Zeeman vervolgens in de winter voor het seizoen 2023 de plannen intern uit de doeken doet, krijgt hij een brief van Jos van Emden. De ancien vindt dat de ambities buiten alle proporties zijn en trekt aan de bel.

Jumbo-Visma stelde zichzelf namelijk ten doel om alle drie de grote rondes in één seizoen te winnen. Nog nooit vertoond. Maar net dat proberen Zeeman en Plugge te doen. Het is de nieuwe filosofie van de ploeg: een plek verwerven in de sportgeschiedenis, waarbij hun ploeg in een zucht samenvalt met het tikitaka van FC Barcelona, de Chicago Bulls onder leiding van sterbasketballer Michael Jordan en Nieuw-Zeelandse rugbygrootmacht All Blacks. Zeemans plan werd werkelijkheid: Roglič won de Giro, Vingegaard de Tour en die twee stonden samen met eindwinnaar Sepp Kuss op het podium van de Vuelta. Beter kan simpelweg niet in het wielrennen.

Het enige hiaat op het palmares van Zeeman, zijn zeges in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Daarvoor zal hij ooit moeten terugkeren in de koers. Maar voor nu wacht eerst een nieuwe uitdaging bij voetbalclub AZ, ofwel Alkmaar-Zaanstreek. Mooier kan het haast niet voor Zeeman: begonnen met koersen in het Zaanse en nu met een voetbalvisie aan de slag in zijn geboortestad Alkmaar. 

Zeeman na het succesjaar 2023 – foto: Cor Vos

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.