Voorbeschouwing: Parijs-Tours 2023 – Gekke gravelkoers met vaak een vreemde winnaar
Sfeerbeeld uit 2022 - foto: Cor Vos
Youri IJnsen
zondag 8 oktober 2023 om 08:00

Voorbeschouwing: Parijs-Tours 2023 – Gekke gravelkoers met vaak een vreemde winnaar

Parijs-Tours heeft misschien niet de allure van de monumenten en grotere klassiekers als de Amstel Gold Race en de E3 Saxo Classic, maar is wel een koers die iedere renner op zijn palmares wil. Voorheen een herfstklassieker voor sprinters, sinds 2018 ook wel een halve gravelwedstrijd. Met ook dit jaar een mooi deelnemersveld. WielerFlits blikt vooruit!

Historie

Om de nieuwe wielerbaan van Tours te promoten besloot het Franse tijdschrift Paris-Vélo aan het einde van de negentiende eeuw een wedstrijd te organiseren onder de naam Parijs-Tours. Het betrof toen nog een amateurwedstrijd. Na een barre tocht van liefst acht uur was het Eugène Prévost die als eerste over de finish kwam. Het organiserende Paris-Vélo sprak na afloop van een ‘een onverwacht en onverhoopt succes.’ Toch kwam er in 1897 geen tweede editie van Parijs-Tours, net als in 1898, 1899 en 1900. Vijf jaar na de eerste editie volgde weer een nieuwe uitgave van Parijs-Tours: Jean Fischer was in dat jaar de beste.

Parijs-Tours, ook wel de herfstklassieker – foto: Cor Vos

We moeten die editie van 1906 beschouwen als een kanteljaar, want vanaf dan werd de klassieker jaarlijks georganiseerd. Dat ging wel gepaard met enkele veranderingen. Zo werd Parijs-Tours uitsluitend een race voor professionals en was L’Auto (deze krant had ook de Tour de France in zijn portefeuille) voortaan verantwoordelijk voor de organisatie. Dit bleek de wedstrijd ook wel nodig te hebben en Parijs-Tours werd voorzien van nieuw elan. Daarbij vreesde L’Auto maar weinig, want alleen in de oorlogsjaren 1915, 1916 en 1940 vond de koers niet plaats. In het interbellum zagen we ook de eerste bekendere namen opdoemen.

Dat gebeurde ook later, waarmee Parijs-Tours zijn status als klassieker zeker verdiende. Want wie een blik werpt op de erelijst moet concluderen dat vele grote kampioen ooit als eerste over de streep kwamen in Tours. Aan het begin van de twintigste eeuw waren Lucien Petit-Breton, François Faber, Octave Lapize en Philippe Thys aan het feest, niet geheel toevallig ook renners die een of meerdere keren op de erelijst staan van de Tour de France. En wat te denken van kleppers als Briek Schotte, Fred De Bruyne, Rik Van Looy, Francesco Moser, Freddy Maertens, Seán Kelly, Johan Museeuw en drievoudig winnaar Erik Zabel.

Petacchi juicht te vroeg in 2003, Zabel wint – foto: Cor Vos

Dat laatste is overigens nog altijd een record, dat de Duitser deelt met Mijnheer Parijs-Tours Gustave Danneels, Paul Maye en Guido Reybrouck. U leest het goed: geen Gino Bartali, Fausto Coppi, Rik Van Steenbergen, Roger De Vlaeminck en Bernard Hinault dus. Zelfs veelvraat Eddy Merckx slaagde er niet in om Parijs-Tours aan zijn palmares toe te voegen. Of zoals generatiegenoot Noël Vantyghem het ooit zei: “Samen met Eddy Merckx won ik alle klassiekers. Ik Parijs-Tours en hij al de rest.” In de meer recente geschiedenis zien we klinkende namen terug als die van Philippe Gilbert, Óscar Freire en Greg Van Avermaet.

Zoals u kunt lezen, scoort België goed in deze koers. Sterker nog: met 41 zeges is er geen land dat het beter doet in Parijs-Tours. Zelfs thuisland Frankrijk niet, dat blijft steken op 33 stuks. Daarna volgt Nederland met twaalf. Opvallend: die zeges werden steeds in blokjes behaald. Tussen 1960 en 1965 wonnen Jo de Haan, Jo de Roo (twee keer) en Gerben Karstens vier van de zes edities. Tussen 1977 en 1981 wonnen Joop Zoetemelk en Jan Raas beiden twee keer op vijf edities. En in 1987, 1988 en 1989 schoten achtereenvolgens Adrie van der Poel, Peter Pieters en Jelle Nijdam raak. Erik Dekker was in 2004 de laatste na een zenuwslopende solo.

Erik Dekker zette in 2004 ‘dat zooitje in hun hemd’, aldus Mart Smeets – foto: Cor Vos

Laatste tien winnaars flag-fr Parijs-Tours
2022: flag-fr Arnaud Démare
2021: flag-fr Arnaud Démare
2020: flag-dk Casper Pedersen
2019: flag-be Jelle Wallays
2018: flag-dk Søren Kragh Andersen
2017: flag-it Matteo Trentin
2016: flag-co Fernando Gaviria
2015: flag-it Matteo Trentin
2014: flag-be Jelle Wallays
2013: flag-de John Degenkolb


Vorige editie

Parijs-Tours kon vorig jaar rekenen op zonnige omstandigheden. Het was voor vijf renners het teken om de koers middels de vroege vlucht te animeren, onder wie profs Jonas Abrahamsen en Alexis Gougeard. Ze mochten zeven minuten wegrijden, maar een massasprint stond – ondanks zeer veel nervositeit in het peloton – in de sterren geschreven. Met nog zo’n zeventig kilometer te gaan ontstond er bij de eerste gravelstroken een verrassende counter-aanval. Sprinter Sam Bennett nam de benen en kreeg Kim Heiduk met zich mee. Na veel mitsen en maren, sloten nog eens drie renners zich bij hen aan. Situatie: vijf vluchters, vijf tegenaanvallers en het peloton.

De vijf vooraan werden vier en daarna drie door het wegvallen van Gougeard (die moest lossen) en Clément Carisey (pech), waarna Abrahamsen er op dertien kilometer voor de meet alleen vandoor ging. De achtervolgers zaten hem echter op de hielen, die op hun beurt het peloton in hun nek hadden hijgen. Alex Kirsch trok daarom door op de laatste helling van de dag. Heiduk en Olivier Le Gac konden mee en sloten even later aan bij de Noorse leider. Groupama-FDJ hield hen daarachter echter binnen schot. Op anderhalve minuut kwam alles terug samen en werd het sprinten. Daarin bleek titelverdediger Arnaud Démare de snelste, voor Edward Theuns én Bennett.

flag-fr Parijs-Tours 2022
1. flag-fr Arnaud Démare (Groupama-FDJ) in 4u53m01s
2. flag-be Edward Theuns (Trek-Segafredo) allen z.t.
3. flag-ie Sam Bennett (BORA-hansgrohe)
4. flag-it Simone Consonni (Cofidis)
5. flag-it Luca Mozzato (B&B Hotels-KTM)
12. flag-nl Olav Kooij (Jumbo-Visma)
Verslag + volledige uitslag 


Parcours

Voor de start van Parijs-Tours verzamelen de renners zich in… Chartres. De klassieker vertrekt trouwens al lang niet meer vanuit Parijs zelf. Saint-Arnoult-en-Yvelines – een plaatsje tussen Parijs en Orléans – was jarenlang de plek waar het allemaal begon. Zo’n tien jaar geleden besloot de organisatie de start te verplaatsen naar het veel grotere Chartres, dat kan pronken met een historische binnenstad en natuurlijk een van de bekendste kathedralen van Frankrijk. In 2018 wilde de koers bovendien komaf maken met het predikaat ‘sprinterskoers’, en dus werd de toevlucht gezocht naar onverharde stroken.

Die werd gevonden op offroadwegen dwars door de wijngaarden ten oosten van Tours, die veelal op lastige hellinkjes liggen. Zo volgde Parijs-Tours het populaire voorbeeld van koersen als Strade Bianche, Tro-Bro Léon, Dwars door het Hageland en Schaal Sels. Dit tot ongenoegen van heel wat insiders. Sterker nog: na de eerste offroadeditie van 2018 was Patrick Lefevere zo ziedend over de wijziging, dat hij sinds dat jaar geen team meer naar deze klassieker heeft gestuurd. Ook enkele anderen keuren de parcourswijziging af. Toch is de organisatie in haar opzet geslaagd: sinds 2018 eindigde Parijs-Tours alleen vorig jaar in een sprint.

Over de eerste 160 van de 213 kilometer kunnen we eigenlijk vrij kort zijn. Via onder meer Châteaudun, Vendrôme, Herbault en Amboise gaat het grotendeels in zuidelijke richting op weg naar Tours. De wegen zijn relatief vlak en veel hindernissen kunnen we ook niet vinden. Of de wind zou op enkele open stukken toch vrij spel moeten krijgen, maar daar lijkt het niet op. De enige wijziging zit wel in deze fase, want de renners hebben dit jaar 500 meter extra in de benen voordat ze aan de finale beginnen. Voor wat het waard is. Die finale vangt aan ten oosten van Amboise. Daar wachten de De Côte de Limeray (1 km aan 2,8%) en de Pocé-sur-Cisse, de eerste twee onverharde stroken.

Daarna komt de Côte Goguenne op 50,5 kilometer van de streep, meteen gevolgd door het onverharde weggetje La Grosse Pierre (500 meter). Niet veel later ligt er weer een onverharde strook van een halve kilometer. Wat volgt is een aaneenschakeling van kuitenbijters met de Côte de Chançay (een gravelpad van 2,1 kilometer), de Côte de la Vallée du Vau (550 meter onverhard), de strook van Épinettes en de Côte de la Rochère, een helling van net geen kilometer. Na de Rochère wachten er nog 28 kilometers richting Tours. Na de gravelpaden van Épinettes en Vernou rijden ze daarna de Côte de la Vallée Chartier op.

Wie hier nog over voldoende krachten beschikt, kan na de top doortrekken op een onverharde strook van 1,6 kilometer. Nog 21 kilometer voor de boeg, maar een eventuele koploper mag zich nog niet rijk rekenen. Met nog zeventien kilometer op de koersteller is het tijd voor de Côte de Vouvray, met aansluitend het onverharde strookje van Rochecorbon op dertien kilometer van het einde en de Côte de Rochecorbon (500 meter lang) op 10,5 kilometer voor de finish. Daarna is het grotendeels rechtdoor richting de laatste chicane op slechts één kilometer van de meet. Op de brede Avenue de Grammont ligt dan eindelijk die verlossende eindstreep. Wie mag daar vieren?

Start: 11.45 uur in Chartres
Finish: tussen 16.40-17.08 uur in Tours
Afstand: 213,9 kilometer
Datum: zondag 8 oktober 2023


Favorieten

Met al die venijnige kuitenbijters, gravelstroken en potentieel waaiergevaar zo in het voorlaatste koersweekend van het seizoen, biedt dat garantie op een zeer vermakelijke koers zoals we die al vaker in deze herfstklassiekers hebben gezien. Toch is het voornaamste scenario een sprint met een omvangrijke groep, iets dat we vorig jaar ook terugzagen. De weergoden zijn de renners namelijk zeer goed gezind. Ook in Frankrijk zien we komend weekend zeldzaam zomerweer terug.

Arnaud De Lie – foto: Cor Vos

Dat speelt de sterkere sprinters in de kaart en wie de laatste weken de koers heeft gevolgd, kan dan maar aan één topfavoriet denken: Arnaud De Lie. De 21-jarige Belg van Lotto Dstny rijgt de zeges de laatste twee maanden aan elkaar vast: La Polynormande, Tour of Leuven, GP Cycliste de Québec, Circuit Franco-Belge en de Lotto Famenne Ardenne Classic schreef hij allemaal bij op zijn palmares. Vooral die laatste zege sprak boekdelen, want die won De Lie letterlijk op één been. Ondanks zijn vele overwinningen valt het toch op dat zijn positionering meermaals vrij beroerd is. Maar net als in Canada is een slechte plaatsing in Tours niet doorslaggevend door de brede aankomst.

Wie als mede-topfavoriet voor deze koers eigenlijk geen introductie behoeft, is Arnaud Démare. De 32-jarige Fransman won immers de laatste twee edities. Vorig jaar was dat dus in een sprint, maar in 2021 reed hij in de finale samen met Jasper Stuyven naar vluchters Franck Bonnamour en Stan Dewulf toe, om vervolgens in een sprintje met vier toe te slaan. In beide gevallen kwam die zege niet uit de lucht vallen, want die twee zeges kondigden zich in de aanloop daar naartoe een beetje aan. Nu is dat een ietwat ander verhaal, omdat Démare pas sinds 1 augustus voor zijn nieuwe ploeg Arkéa Samsic rijdt. Maar toch: afgelopen zondag won hij in het rood de Tour de Vendée en donderdag vloerde hij De Lie in Parijs-Bourges.

Even wennen, Démare in het rood in plaats van FDJ-blauw – foto: Cor Vos

Een van de grootste uitdagers komt uit een ander Belgisch team. Een koers als deze past namelijk ook heel goed bij Kaden Groves. De 24-jarige Australiër van Alpecin-Deceuninck heeft zich als sprinter allang bewezen, maar hij draagt niet voor niets het label Michael Matthews 2.0. Groves won dit voorjaar immers in barre omstandigheden de Volta Limburg Classic, naast ritzeges in de rondes van Catalonië (twee), Italië (één) en Spanje (drie). In die laatste grote ronde pakte Groves ook het puntenklassement. Nadien werd hij tweede in zowel de Famenne Ardenne Classic, als de Münsterland Giro. Die laatste werd getekend door waaiers, wat nogmaals zijn inhoud toonde.

Wanneer Jumbo-Visma in een koers zoals deze meedoet, levert dat onherroepelijk een favoriet voor de zege op. In dit geval is het voor Fransman Christophe Laporte eveneens een mooie gelegenheid om zijn Europese kampioenstrui in eigenland te tonen. De klassiekerspecialist (30) kwam in acht deelnames nooit verder dan zijn 39ste plek van vorig jaar, maar normaal moet dit altijd een koers zijn waarin hij op de voorposten meedoet. Je mag namelijk niet anders verwachten van een renner die Dwars Door Vlaanderen, Gent-Wevelgem en Tro-Bro Léon op zijn palmares heeft staan. In de Famenne Ardenne Classic en Münsterland Giro werd hij vierde en vijfde.

Laporte in zijn nieuwe kloffie – foto: Cor Vos

Zijn vorm is met andere woorden heel goed, maar dat geldt zo op het einde van het seizoen voor meer renners. Ook Rasmus Tiller kan terug kijken op een heel sterke periode. De 27-jarige Noor van Uno-X kwam goed uit de Tour de France en werd daarna zeventiende op het WK in Glasgow. Nadien scoorde hij enkel in Parijs-Bourges (64e) slechter dan de twaalfde plek in de Tour of Britain. Vooral zijn reeks in eendagsklassiekers is indrukwekkend: tweede in de Druivenkoers, achtste in de Egmont Cycling Race, zesde op het EK, tweede in Franco-Belge en elfde in Binche-Chimay-Binche. De tweevoudig winnaar van Dwars door het Hageland gaat dichtbij de zege zijn.

Bij BORA-hansgrohe starten ze in Parijs-Tours met de afscheidnemende Sam Bennett en Jordi Meeus, hun eerste en tweede sprinter bij aanvang van 2023. De ervaren Ier wist echter pas drie keer te winnen dit seizoen (één keer in Argentinië en twee keer in Roemenië), terwijl de Belgische winnaar van de slotrit in de Tour tot Parijs-Bourges (derde) vrijdag weinig indruk maakte. Nee, grote kans dat de Duitse formatie zondag Danny van Poppel uitspeelt. De 30-jarige Nederlander etaleert sinds het einde van de Tour namelijk hoogvorm en blijft daar maar de vruchten van plukken. In 2021 werd Van Poppel hier al eens vijfde na een afvalkoers, maar ook in een sprint kan hij de klus klaren.

Is Van Poppel straks opnieuw aan het feest? – foto: Cor Vos

Naast Démare staat er zondag nog een renner (nadat Jelle Wallays van de voorlopige startlijst verdween) aan de start die bij een zege mederecordhouder van gewonnen Parijs-Tours zijn: Matteo Trentin. De immer goedlachse 34-jarige Italiaan is altijd van de partij in de finale van zware klassiekers en dat zal in en rond Tours niet anders zijn. Hij won de koers al twee keer, al was dat weliswaar nog tijdens het ‘sprinttijdperk’. Enige nuance: in 2015 won Trentin na een sprint-à-deux met Tosh Van der Sande, twee jaar later lanceerde ploegmaat Niki Terpstra hem in een sprint met z’n drieën tegen Søren Kragh Andersen. De Italiaan toonde de laatste weken ook goede vorm.

Als je dit jaar spreekt over smaakmakers in de klassiekers, dan doen de mannen van Lidl-Trek heel leuk mee. Toch waren slechts drie van hun in totaal 27 zeges dit seizoen er eentje naar een eendagkoers, nationale kampioenschappen buiten beschouwing gelaten. Dat waren de GP Kanton Aargau (Thibau Nys), de BEMER Classic (Mads Pedersen) en de Maryland Classic (Mattias Skjelmose). De kans bestaat dat er dit weekend eentje bij komt in de vorm van Parijs-Tours. Met Edward Theuns hebben ze daarvoor een goede troefkaart in handen. De 32-jarige Belg kwam sterk voor de dag in Binche-Chimay-Binche, maar werd nog nét gepasseerd door Luca Mozzato.

Teunissen won twee keer eerder dit seizoen, waaronder in de Renewi Tour – foto: Cor Vos

Intermarché-Circus-Wanty vangt Parijs-Tours aan met verschillende mannen die een koers kunnen afmaken. Hugo Page (22) lijkt de laatste koersen de tol te betalen voor een enigszins lang seizoen, terwijl Biniam Girmay vooral veel pech gekend heeft in 2023 en slechts één keer wist te winnen. De Waalse formatie heeft met Mike Teunissen echter nog een ijzer in het vuur. De 31-jarige Limburger is ook heel goed uit de Tour gekomen en rijdt sindsdien op een hoog niveau. Teunissen wist dat ook te verzilveren met een ritwinst in de Renewi Tour om door een ringetje te halen. Ook op het EK kwam hij sterk voor de dag. Wint hij negen jaar na de U23-versie nu ook de profkoers?

Wie de Parijs-Tours van de laatste vijf jaar erbij pakt, ziet dat dsm-firmenich het ‘graveltijdperk’ goed in de smiezen heeft. Met Søren Kragh Andersen en Casper Pedersen (toen Joris Nieuwenhuis derde werd) wisten de herfstklassieker immers al eens te winnen. Nu lijken ze opnieuw iemand klaar te stomen in de persoon van Nils Eekhoff. De 25-jarige Nederlander staat al jaren te boek als een talent voor het klassieke werk, maar hij kent vaak pech. Toch werd hij op gravel al eens tweede in Dwars door het Hageland (2020) en in mei eindigde hij als derde in Tro-Bro Léon. De nummer vier van de Münsterland Giro heeft een sterke sprint na een lastige koers zoals deze en heeft ‘vormmoraal’.

Eekhoff kwam in Münster net tekort voor het podium – foto: Cor Vos

Outsiders
Het rijtje met outsiders is in een editie waarvan we verwachten dat hij in een sprint met een grotere groep eindigt, niet heel groot. Qua sterke sprinters houdt het naast de eerde genoemde Girmay hard op. Misschien dat de 23-jarige Italiaan Nicolò Parisini kan verrassen, die namens Q36.5 vorige week in de CRO Race zijn eerste profzege boekte. Maar of je dit dan ineens ook in een klassieker zoals deze mag verwachten? Wel zal Bryan Coquard (31) er altijd dichtbij zijn, maar winnen in dit soort koersen is vaak nét iets te veel gevraagd voor hem. Ook John Degenkolb en Jordi Meeus kunnen in een sprint op een goede dag verrassen, al heeft de Duitser niet meer de snelheid van weleer.

Met de tricky finale is er ook een ander winnend scenario mogelijk. Dat is na een (late) vlucht. Hoewel het daar veel te mooi weer voor is, zijn er wel een aantal jongens die het ongetwijfeld gaan proberen in de finale. Dan denken we vooral aan oud-winnaar Søren Kragh Andersen (donderdag vijfde in Parijs-Bourges), die dat in de slotkilometer van Chimay-Binche-Chimay ook al probeerde zoals hem dat succesvol lukte in Eschborn-Frankfurt. Maar ook Jasper Stuyven zal daarvoor wel te porren zijn. Hij is de laatste weken ook op dreef. En dan is er tot slot nog TotalEnergies. Zij mogen met onder meer Dries Van Gestel, Anthony Turgis en (de weliswaar kleine) seizoensrevelatie Sandy Dujardin ook hopen.

Favorieten volgens WielerFlits
**** Arnaud De Lie
*** Arnaud Démare, Kaden Groves
** Christophe Laporte, Rasmus Tiller, Danny van Poppel
* Matteo Trentin, Edward Theuns, Mike Teunissen, Nils Eekhoff

Website organisatie
Deelnemerslijst


Weer en tv

De weersvoorspellingen voor zondag zien er erg goed uit voor de renners, volgens Weeronline. Tussen Chartres en Tours stijgt het kwik ’s middags tot een aangename 24 graden Celsius, dat zelfs warm is voor de tijd van het jaar. De wind waait aan windkracht drie uit het oosten. Dat betekent zijwind vanaf de start tot ongeveer kilometer 150 en pal tegen in de finale. Voor waaiers is de wind waarschijnlijk niet krachtig genoeg en met wind op kop zijn aanvallers in de finale in het nadeel. Alles wijst daarom op een sprint met een omvangrijke groep.

Parijs-Tours is zondagmiddag te zien op Eurosport 2, vanaf 15.10 uur. De sportzender is er ook online live bij, maar de koers kent met het WK Gravel en de Exact Cross in Beringen wel wat concurrentie. Kun je de koers niet live bekijken? Bespreek het wedstrijdverloop dan in het Wielercafé van WielerFlits!


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.