Kerckhoffs Raymond

• donderdag 15 april 2021 om 09:30

Interview Ze doen dezelfde sport. Rijden grotendeels dezelfde wedstrijden en nemen daarin dezelfde risico’s. Toch zaten de vrouwen in eerste instantie niet aan de tafel toen de nieuwe veiligheidsregels in wedstrijden door de internationale wielerunie UCI werden besproken. Een fout, zo erkende de wielerunie. Daardoor werd routinier Christine Majerus vorige maand benaderd en zit de Luxemburgse nu namens de rennersvakbond CPA (cycling professional association) in de veiligheidscommissie samen met haar mannelijke collegae Philippe Gilbert en Matteo Trentin.

Het was opmerkelijk dat vorig jaar november 800 mannelijke wielrenners door de CPA op de hoogte werden gebracht over de nieuwe veiligheidheidsmaatregels, maar dat geen enkele wielrenster hierbij werd betrokken. Nadat diverse wielrenster hierover hun verontwaardiging uitspraken, snapte de CPA, waar Gianni Bugno voorzitter van is, direct dat er een belangrijke fout was gemaakt.

“In eerste instantie werd ploeggenote Ashleigh Moolman-Pasio gevraagd om in de veiligheidscommissie te zitten, maar zij had al een te volle agenda met werkzaamheden oor de CPA”, vertelt Majerus die voor het achtste jaar uitkomt voor het huidige Team SD Worx. “Vervolgens noemde Ashleigh mijn naam, omdat ik meestal ook een mening heb en veiligheid een belangrijk onderwerp vind. Ik stond open voor deze rol. Al heb ik eerst met Matteo Trentin gebeld om te horen wat onze rol kan zijn en hoe hij erin stond. Ik merkte spoedig dat ik op eenzelfde golflengte met hem stond. Er werd over wielrennen gesproken, niet over mannen- of vrouwenwielrennen. Hij was blij dat er nog een extra renner aan de tafel aanschoof.”

Christine Majerus op kop in Omloop Het Nieuwsblad voor haar ploeggenoten Amy Pieters en Demi Vollering. foto: Cor Vos

De 34-jarige Luxemburgse vindt het erg belangrijk dat iemand uit het vrouwenpeloton betrokken is bij het veiligheidsaspect. “Voorheen lette ik daar tijdens de wedstrijden ook al op. Als niemand wat zegt, dan gebeurt er nooit iets. En wanneer je alleen achteraf in de media klaagt, loop je altijd achter de feiten aan.”

Majerus kreeg direct goede feedback uit het peloton, nadat ze deze functie aanvaardde. “Misschien ben ik niet de meest communicatieve wielrenster, maar als je me een beetje kent dan weet je dat ik goed benaderbaar ben. Iedere ploeg heeft een afgevaardigde bij de CPA en TCA (The Cycling Allicance). Daardoor was het mogelijk om snel met iedereen contact te leggen. Inmiddels heb ik met bijna alle ploegen contact gehad en heb aangegeven dat ik er voor hen ben. Zij kunnen hun meningen bij mij aangeven over bijvoorbeeld het ‘extreme weather protocol’ en over veiligheidssituaties tijdens wedstrijden. Die feedback kan ik dan weer bij de UCI neerleggen.”

Over de nieuwe regels heeft de Luxemburgse kampioene natuurlijk een mening. Dalen op de bovenbuis (super-tuck) en de tijdrithouding met de armen op het stuur zijn per 1 april verboden en renners kunnen hiervoor zelfs uit koers worden genomen. “Ik vind beide posities niet gevaarlijk. Wij zijn profs op het hoogste niveau en weten hoe echt wel hoe me met een fiets moeten omgaan. Ik snap dat wij een voorbeeldfunctie hebben. Maar wat is het verschil met Formule 1 waar de racewagens tot 300 kilometer per uur gaan. En in freestyle skiën is ook een olympische sport waar drievoudige salto’s worden gemaakt. Als amateurs dit gaan doen is het ook levensgevaarlijk. Waarom is dit dan niet verboden? De beslissing over de houding op de fiets is echter gemaakt en ik ben intelligent genoeg om de reden te begrijpen.”

Christine Majerus. foto: Cor Vos

Majerus hoopt vooral dat er vanuit het vrouwenpeloton genoeg feedback komt. “Het belangrijkste is dat ik gewaarschuwd word, zodat ik actie kan ondernemen. Afgelopen maand in Nokere Koerse stonden de dranghekken niet veilig. Nadat ik dit bij de jury heb gemeld, werd er direct actie ondernomen. Juist wanneer we samen oog voor deze situaties krijgen, kunnen we problemen oplossen. Ik zie dit dan ook als een serieuze zaak. Ik ben niet de persoon die werk half doet. Ik hoop op goede feedback en dat ik dan mijn steentje kan bijdragen aan dit belangrijke onderwerp.”