Giro 2014: Voorbeschouwing – Het Parcours
zaterdag 3 mei 2014 om 08:30

Giro 2014: Voorbeschouwing – Het Parcours

Giro d\'Italia

foto: Sirotti

Tijdens de maand mei zijn de ogen van de wielerwereld gericht op Italië. Met de Giro d’Italia is het seizoen aanbeland aan de eerste grote ronde. La Corsa Rosa noemt zichzelf graag de mooiste wedstrijd door het mooiste land. Menig wielerfan associeert de Giro met de tal van aankomsten op mythische cols. Wat hebben de Italianen dit jaar voor ons in petto? WielerFlits bekeek het parcours.

De 97e Giro d’Italia legt tussen vrijdag 9 mei en zondag 1 juni in 21 etappes een afstand van 3.449,9 kilometer af. De eerste grote ronde van het seizoen is dit jaar opnieuw een wedstrijd voor klimmers. Negen ritten eindigen op een klim. Vijf daarvan bevinden zich in het hooggebergte. In 8 van de 21 etappes liggen er kansen voor de sprinters. De ronde telt – door de verplaatsing naar Ierland – voor het eerst drie rustdagen. Gevolg is dat er dit jaar niet op een zaterdag, maar op een vrijdag gestart wordt.

Iers drieluik
De strijd om de roze trui begint dit jaar wederom buiten Italië. Het is de elfde keer dat de openingsrit buiten de Italiaanse landsgrenzen plaatsvindt. Na recente starts in onder meer Nederland (Amsterdam 2010) en Denemarken (Herning 2012) is het dit jaar de beurt aan Noord-Ierland.

ploegentijdrit

De organisatie heeft er een traditie van gemaakt om te starten met een ploegentijdrit. Sinds 2006 is dit het geval. In de straten van Belfast begint de ronde op vrijdag 9 mei met een niet al te technische collectieve rit tegen de klok van 21,7 kilometer. Het parcours is vrijwel volledig vlak. Vorig jaar won Sky de ouverture.

Op de tweede dag staat een rit in lijn met start en aankomst in de Noord-Ierse hoofdstad op het programma. De laatste etappe op Ierse bodem gaat tussen Armagh en de Ierse hoofdstad Dublin. In de twee ritten door glooiende Ierse heuvels is de kans op een massasprint groot, al kan de wind mogelijk een belangrijke factor zijn.

Terug in Italië
Terug in Italië vervolgt de Giro zijn weg met de richting van de klok. Na een vroege rustdag en een lange verplaatsing is de Giro aanbeland in de regio Puglia in de hak van de Italiaanse laars. Tijdens de korte en vlakke rit naar Bari ligt een nieuwe kans voor de sprinters. Hierna volgen drie heuvelachtige etappes.

Op de vijfde dag volgt de eerste aankomst op een klim, wanneer in Viggiano de finishlijn getrokken wordt. De klassementsrenners zullen zich hier misschien al laten zien, al zullen de verschillen waarschijnlijk niet groot zijn. De rit naar Montecassino is de op één na langste van deze Giro. Volgens de organisatie is deze etappe langs de schilderachtige Amalfikust heuvelachtig, maar het venijn van deze overwegend vlakke rit zit met name in de staart. De klim in de slotkilometer leent zich voor explosieve renners. Via een vlakke overgangsrit door de provincie Lazio naar Foligno gaat de Giro verder noordwaarts.

Op zaterdag staat er een rit door het middengebergte van de regio’s Umbrië en Marche op het programma. Na een relatief vlakke aanloopfase wacht op 56 kilometer van de finish de Cippo di Carpegna (7,85 km aan 8,3% gemiddeld). Na de beklimming van de Villagio del Lago is er een aankomst bovenop Montecopiolo (18,8 km aan 6% gemiddeld).

Montecopiolo

Het weekend wordt afgesloten met een nieuwe bergetappe. Na opnieuw een vlakke aanloopfase moet er in de laatste zestig kilometer behoorlijk geklommen worden. De Sant’Antonio en Rocchetta Sandri gelden als opwarmer voor de slotklim naar Sestola (10,7km aan 5,7% gemiddeld). Na deze bergrit volgt een nieuwe rustdag.

Veelzijdige tweede week
De tweede week speelt zich af in Noordwest-Italië. In de rit over de Po-vlakte naar kuuroord Salsomaggiore Terme in Emilia-Romagna kunnen sprinters zich opnieuw uitleven. De etappe langs de Bloemenrivièra naar havenstad Savona zal vanwege de aanwezigheid van twee bergen van de tweede categorie door aanvallers in het rondeboek worden aangestipt. De top van de Naso di Gatto (de kattenneus) ligt op 29 kilometer van de aankomst. Een goede daler is hier in het voordeel.

Parcours Tijdrit

Op donderdag volgt een 46,4 kilometer lange rit tegen de klok van Barbaresco naar Barolo. Zowel de start- als aankomstplaats is befaamd bij wijnliefhebbers. Tijdens de individuele tijdrit door de wijngaarden van Piëmont zal het klassement worden herschikt. Met de beklimming van Boscasso moet er in het eerste gedeelte een col van vierde categorie beklommen worden. Tegen het eind van deze tijdrit komen de renners opnieuw een helling tegen. Al met al is het redelijk vlak en dat is in het nadeel van de klimmers. Al is de afstand niet enorm lang, waardoor het nog maar de vraag is of hier enorme verschillen gaan ontstaan. De dag na de tijdrit liggen er op vrijdag in de overgangsrit naar Rivarolo Canavese nieuwe kansen voor de sprinters.

Marco Pantani

Eerbetoon aan Pantani
De Giro d’Italia brengt dit jaar een eerbetoon aan Marco Pantani. De Italiaanse rasklimmer (Girowinnaar in 1998) overleed tien jaar geleden. In de achtste etappe van Foligno naar Montecopiolo was met de Monte Carpegna al zijn favoriete trainingsklim opgenomen. In de veertiende rit wordt na een korte maar uiterst lastige etappe gefinisht in bedevaartsoord Oropa, waar Pantani in 1999 een knap staaltje opvoerde. Aan de voet van de klim kreeg ‘Il Pirata’ te maken met materiaalpech, waarna hij 49 renners wist te passeren en alsnog de etappe op zijn naam schreef. De beklimming is 11,8 kilometer lang aan gemiddeld 6,2%. Op de steilste stukken is het stijgingspercentage 13%.

De dag erop ligt de aankomst in Montecampione, waar Pantani in 1998 een duel met Pavel Tonkov in zijn voordeel wist te beslechten. Deze klim in de regio Lombardije is 18,65 kilometer lang en kent een gemiddeld stijgingspercentage van 7,8%, met uitschieters tot 12%. Na deze twee bergritten volgt de derde en laatste rustdag.

Loodzware slotweek
In de derde en laatste week groeit de Giro toe naar een climax. De zwaarste beklimmingen worden tot het laatst bewaard. Het zwaartepunt van deze ronde ligt in het zuidoosten van Italië, waar de bergetappes elkaar in hoog tempo opvolgen.

Stelvio

Daags na de rustdag staat de koninginnenrit door de Italiaanse Alpen op het programma. De rit van Ponte di Legno naar Val Martinello gaat over de legendarische cols Gavia en de Stelvio. Op laatstgenoemde berg wordt op 2758 meter hoogte het dak van deze Giro bereikt. Na deze twee bergreuzen – vorig jaar vanwege hevige sneeuwval nog gemeden – wordt de etappe afgesloten met de slotklim naar Val Martello.

Kongininnenrit

In de vlakke overgangsrit naar Vittorio Veneto kunnen de klassementsrenners gas terug nemen om het toneel vrij te maken voor de sprinters. De drie korte klimmetjes lijken niet voldoende om een massasprint te voorkomen. Op donderdag volgt er immers een nieuwe bergrit naar Rifugio Panarotta. De Dolomietencol Passo San Pellegrino (1e categorie) en de Passo del Redebus (2e categorie) gelden als opwarmer voor de slotklim. Deze is 18,8 kilometer lang en kent een gemiddeld stijgingspercentage van 7,9%.

Twee dagen voor het einde staat in Veneto de gevreesde klimtijdrit op de Monte Grappa op het programma. De laatste rit tegen de klok is de zwaarste van de drie. In 26,8 kilometer moeten er tijdens deze cronoscalata meer dan 1500 hoogtemeters worden overwonnen. De laatste 7,5 kilometer is het zwaarst. Op de steilste stukken loopt het op tot 14%.

Monte Grappa

Op de voorlaatste dag zal het klassement in een definitieve plooi vallen. In een rit met aankomst bovenop de supersteile Monte Zocolan kan een laatste aanval op het roze gedaan worden. De Zoncolan wordt voor een vijfde maal in het parcours opgenomen. Igor Anton was drie jaar geleden de laatste renner die hier wist te winnen. Na een aanloop met de Passo del Pura en de Sella di Razzo wordt de beruchte beklimming vanuit Ovaro beklommen. De Zoncolan heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 11,6 procent, met uitschieters tot 20%.

Monte Zoncolan

Op zondag 1 juni wacht na drie weken de slotrit. Normaal gesproken zijn de klassementen nu beslist. De Giro eindigt dit jaar niet in Milaan of Rome. In plaats daarvan koos de organisatie voor de oostelijke uithoek Triëst als finishplaats. De galarit wordt afgesloten met acht lokale rondjes van 7,3 kilometer, waarna we weten wie zich opvolger van Vincenzo Nibali mag noemen.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.