Luke Plapp moest in de zesde etappe van de Giro d’Italia genoegen nemen met een derde plaats. De Australiër reed naar de finish met medevluchters Julian Alaphilippe en Pelayo Sánchez en kwam er in de sprint niet aan te pas. “Het was een bizarre dag”, zei hij na afloop tegen Eurosport.

“Er was de hele dag geen controle. De eerste tachtig kilometer was het echt chaos. Op een gegeven moment hadden we de controle en kon ik de sprong maken. Het was trouwens Kaden Groves die de vlucht op touw zette. Het was ongelofelijk hoe sterk hij was.”

Uiteindelijk kwam Plapp, die eventjes virtueel leider was, voorop te liggen met Alaphilippe en Sánchez. “Met z’n drieën werkten we redelijk goed samen tot de finish. We speelden wel een beetje het spel. Ik keek half naar de tijdswinst en half naar de ritzege. Ik reed iets harder dan de andere jongens, die meer aan het spelen waren. Of ik dacht het roze te kunnen pakken? Nee, ik wist dat ze de trui niet uit handen gingen geven. Dat zag je aan het feit dat ze niemand ver lieten wegrijden.”

Morgen is het weer een belangrijke dag voor Plapp, want dan staat een veertig kilometer lange tijdrit op het programma. “Ik heb nog een beetje proberen te sparen, zo efficiënt mogelijk proberen te rijden. Maar het was een heel mooie dag. Het was leuk in de kopgroep. Ik voelde me heel sterk op de klimmen, maar die twee (Alaphilippe en Sánchez, red.) zijn superpunchy. Dus het zou heel lastig worden om weg te komen, zeker op die korte klimmetjes. En in de sprint was ik ook niet sneller. Ik probeerde daarom van ver te gaan op de gravelklim, maar zij bleven bij me.”

• 

  9 mei

  Lees ook Giro 2024: Pelayo Sánchez vloert Alaphilippe en Plapp in razendspannende gravelrit naar Rapolano Terme

  9 mei