Giro 2022: Voorbeschouwing favorieten puntenklassement
foto: Cor Vos
donderdag 5 mei 2022 om 19:40

Giro 2022: Voorbeschouwing favorieten puntenklassement

Roze, dat is de kleur waar iedereen direct aan denkt bij de Giro d’Italia. Iedereen, behalve de sprinters. Zij zullen de komende weken vooral met de kleur paars in hun hoofd zitten. De leider van het puntenklassement draagt namelijk de Maglia Ciclamino, de paarse trui. Vorig jaar ging deze prijs uiteindelijk naar Peter Sagan, die er dit jaar niet bij zal zijn. TotalEnergies, de ploeg van de kwakkelende Slowaak, is niet uitgenodigd. Wie volgt Sagan op? WielerFlits blikt vooruit!

Historie

Toen Luigi Ganna in 1909 de allereerste Giro op zijn naam schreef, werd hij in zekere zin ook de eerste winnaar van het puntenklassement. Destijds was de eindwinnaar namelijk niet degene met de minste tijd op de teller, maar de renner met de minste punten op zak. Dit systeem werd voor het laatste gehanteerd in 1913. Daarna duurde het tot 1966 vooraleer er opnieuw een puntenklassement bijgehouden werd. Ditmaal betrof het een nevenrangschikking, die bestond naast het nog steeds op tijd besliste algemeen klassement.

Eerste winnaar van dit nieuwe puntenklassement was Gianni Motta, die dat jaar ook de roze trui mee naar huis nam. Een jaar later volgde Dino Zandegú hem op. In het puntenklassement dus, want Zandegú was vooral een sprinter. Meer in het bijzonder was hij Il Cantante, de Zingende Sprinter. Deze bijnaam kreeg hij omdat hij het publiek na elk van zijn zeges op een lied trakteerde. Toen hij (eveneens in 1967) de Ronde van Vlaanderen won, zong hij O Sole Mio (vrij vertaald: Mijn zon):

Wat een mooi iets, een dag in de zon,
Een kalme lucht na een storm!
Door de frisse lucht lijkt het al een feest…
Wat een mooi iets, een dag in de zon

Het was de hele dag hondenweer geweest.

Zandegú kreeg, in tegenstelling tot Motta, trouwens ook een shirtje uitgereikt voor zijn prestatie in de Giro. Deze trui voor het puntenklassement was bij de introductie rood. Hier kwam in 1970 alweer verandering in, toen er overgestapt werd op de kleur paars, maar Eddy Merckx had toen al een tricot met de originele kleur in zijn kast hangen. In 1968 kwam de Kannibaal namelijk huishouden in de Ronde van Italië. Drie etappes, het algemeen klassement, het bergklassement én dus het puntenklassement – in zijn tweede grote ronde.

Fernando Gaviria Giro 2017

Vanaf 2017 is de puntentrui opnieuw paars – foto: Cor Vos

Merckx zou vijf jaar later, in 1973, ook nog een paarse trui ophalen. Roger De Vlaeminck, de enige andere Belgische winnaar van de Maglia Ciclamino, deed dat drie keer: in 1972, 1974 en 1975. Tot eenzelfde aantal kwam Johan van der Velde (1985, 1987 en 1988), die als enige het paarse kleinood meenam naar Nederland. De Vlaeminck en Van der Velde zijn trouwens geen recordhouders, want Francesco Moser en Giuseppe Saronni deden nog iets beter. De eeuwige concurrenten wisten in de periode 1976-1983 elk vier keer het klassement naar zich toe te trekken.

In de laatste tien jaar wist alleen Giacomo Nizzolo meer dan één keer de meeste punten te bemachtigen. Hij won in 2015 en 2016, wat hem twee rode truien opleverde. In 2010 was de organisatie namelijk weer teruggekeerd naar de oorspronkelijke kleur, maar in 2017 maakte het paars (speciaal voor het honderdjarige jubileum van de Giro) weer zijn comeback. Fernando Gaviria mocht er na afloop mee schitteren op het eindpodium.

Gaviria is een van de vele rappe mannen die in de recente geschiedenis aan de haal gingen met de trui, in welke kleur dan ook. Door de veranderde puntentelling is laatste klimmer die wist te winnen Joaquim Rodríguez, in 2012.

Laatste tien winnaars puntenklassement Giro d’Italia
2021: flag-sk Peter Sagan
2020: flag-fr Arnaud Démare
2019: flag-de Pascal Ackermann
2018: flag-it Elia Viviani
2017: flag-co Fernando Gaviria
2016: flag-it Giacomo Nizzolo
2015: flag-it Giacomo Nizzolo
2014: flag-fr Nacer Bouhanni
2013: flag-gb Mark Cavendish
2012: flag-es Joaquim Rodríguez


Vorig jaar

De openingstijdrit werd vorig jaar gewonnen door ook een Ganna, Filippo dit keer. De Italiaan bemachtigde daarmee, naast het roze, ook het eerste paars. Deze laatste trui werd in de tweede etappe gedragen door Ganna’s landgenoot Edoardo Affini, de runner-up op dag één. Daags nadien nam Tim Merlier het tricot na zijn overwinning in de eerste massasprint over. Merlier zou drie dagen als leider rondfietsen.

Giacomo Nizzolo stak Merlier vervolgens voorbij door als tweede te eindigen in rit vijf. Deze etappe werd gewonnen door Caleb Ewan, die ook twee dagen later weer raak schoot. Zodoende pakte de sprinter van Lotto Soudal de koppositie in het puntenklassement. Lang kon hij daar evenwel niet van genieten, want hij staakte al vroeg in de achtste etappe de strijd. Kniepijn, klonk de uitleg, maar sommige mensen betwijfelden of dit de daadwerkelijke reden was. Ewan wilde zich sparen om later in het seizoen ook nog te winnen in de Tour en de Vuelta, ging de redenatie.

Ewan stapte af met de puntentrui om zijn schouders – foto: Cor Vos

De eerdergenoemde Eddy Merckx verweet de Australiër in Het Nieuwsblad zelfs een ‘gebrek aan professionalisme en een gebrek aan respect’. Ewan reageerde op de consternatie via zijn sociale media: “Aan iedereen die denkt dat ik de koers niet respecteerde, wil ik zeggen: jammer dat jullie zo denken. Als jullie al het harde werk en de toewijding tijdens mijn voorbereiding hadden meegekregen om deze wedstrijd te eren en zo goed mogelijk te presteren, weet ik zeker dat jullie niet zo zouden denken. Ik ben teleurgestelder dan wie dan ook.”

Hoe dan ook, door het wegvallen van Ewan mocht Merlier de paarse trui weer aantrekken. De Belg behield de trui daarna opnieuw enkele dagen. Daar hoefde hij overigens niet heel veel voor te doen, behalve op tijd binnenkomen, want tot rit tien kregen de snelle mannen geen gelegenheid om terrein terug te winnen op Merlier. De tiende etappe zelf was vooraf een twijfelgeval. Door het harde labeur van BORA-hansgrohe, werden in het middenstuk van de rit de pure sprinters eraf gereden, waarna Peter Sagan het werk van zijn ploeg af kon maken en naar de zege sprintte. Het paars kreeg hij erbij.

Sagan, die een jaar eerder de strijd om de Maglia Ciclamino nog verloren had van Arnaud Démare, zou zijn trui niet meer afgeven. Nizzolo kwam dankzij zijn overwinning in rit dertien nog een beetje in de buurt, maar nadat de Italiaan vermoeid had opgegeven, hoefde Sagan enkel nog Davide Cimolai te vrezen. Echt bibberen van angst was niet nodig, want in de loodzware slotweek waren voor de sprinters nauwelijks nog punten te rapen. Cimolai pakte er nog vijf, Sagan welgeteld één. Het was meer dan genoeg om het paars naar Milaan te brengen.

Sagan poseert in het paar – foto: Cor Vos

Puntenklassement Giro d’Italia 2021
1. flag-sk Peter Sagan (BORA-hansgrohe) – 136 punten
2. flag-it Davide Cimolai (Israel Start-Up Nation) – 118 punten
3. flag-co Fernando Gaviria (UAE Emirates) – 116 punten
4. flag-it Elia Viviani (Cofidis) – 86 punten
5. flag-co Egan Bernal (INEOS Grenadiers) – 80 punten


Puntentelling

Sinds 2014 is het puntenklassement van de Giro d’Italia weer voor de sprinters. Daarvoor waren in alle etappes evenveel punten te verdienen, waardoor het vaak bergachtige parcours de klimmers in de kaart speelde. Geen Joaquim Rodríguez, Alberto Contador en Cadel Evans meer als winnaars, maar Mark Cavendish en Nacer Bouhanni.

In vlakke etappes zijn sindsdien meer punten te verdienen dan in de bergetappes. Om het verschil te duiden: de winnaar van een vlakke rit krijgt 50 punten voor het puntenklassement, de winnaar van een bergetappe en een tijdrit ontvangt 15 punten. Voor heuvelachtige etappes is weer een andere puntentelling opgesteld, die 25 punten oplevert voor de winnaar. Opvallend is dat de eerste rit, met een aankomst heuvelop, als ‘vlak’ gecategoriseerd is.

Klassementsrenner Cadel Evans kon in 2010 de (destijds rode) puntentrui nog winnen – foto: Cor Vos

Daarnaast zijn bij tussensprints punten te halen. Deze vlieger gaat alleen bij de eerste tussensprint van de dag op. Elke etappe kent weliswaar twee tussensprints, maar bij de tweede zijn enkel bonificatieseconden (respectievelijk 3, 2 en 1 seconde) te verdienen. Deelnemers voor de paarse puntentrui moeten dus rekening houden met de eerste tussensprint.

flag-it Vlakke etappes (Etappes 1, 3, 5, 6, 11, 13, 18)
Aan de finish: 50 – 35 – 25 – 18 – 14 – 12 – 10 – 8 – 7 – 6 – 5 – 4 – 3 – 2 – 1

flag-it Heuvelachtige etappes (Etappes 7, 8, 10, 12, 14, 19)
Aan de finish: 25 – 18 – 12 – 8 – 6 – 5 – 4 – 3 – 2 – 1

flag-it Bergetappes en individuele tijdritten (Bergetappes 4, 9, 15, 16, 17, 20/ Tijdritten etappes 2, 21)
Aan de finish: 15 – 12 – 9 – 7 – 6 – 5 – 4 – 3 – 2 – 1

flag-it Tussensprints (elke eerste tussensprint van de dag)
Bij de eerste tussensprint: 12 – 8 – 6 – 5 – 4 – 3 – 2 – 1


Favorieten

In de Ronde van Italië wint de snelste sprinter niet altijd de puntentrui. De eerste voorwaarde om het paarse kleinood mee naar huis te nemen, is namelijk dat je het einde haalt, en daar ontbreekt de motivatie weleens voor. Doorgaans (en deze editie vormt daar geen uitzondering op) is de slotweek van de Giro immers loodzwaar. Daar komt nog eens bij dat enkele weken na het einde van de Italiaanse ronde ook de Tour de France start, waar voor sprinters ook weer genoeg te halen is. Mits frisse benen.

Als we deze overweging achterwege laten en gewoon kijken naar sprintsnelheid van alle deelnemers, dan heeft Caleb Ewan een streepje voor op de rest. Zoals hierboven beschreven, wist Ewan vorig jaar twee keer te winnen in de Giro, die voor hem maar acht dagen duurde. Dit seizoen was de Australiër in elke meerdaagse waar hij startte minimaal eenmaal de beste. In de Saudi Tour, Tour des Alpes Maritimes et du Var en Tirreno-Adriatico bleef de teller steken op één, in de Ronde van Turkije kwam hij twee keer als eerste over de streep.

Ewan aan het feest in Turkije – foto: Cor Vos

In die Ronde van Turkije maakte Ewan overigens zijn rentree, nadat hij begin maart uit Tirreno-Adriatico was gestapt met buikgriep. Als gevolg van die ziekte, moest hij ook Milaan-San Remo missen. Daarop werd besloten om het vizier gelijk maar op de Giro te richten. In Turkije bewees Ewan ondertussen alweer in orde te zijn, maar de absolute topvorm was er nog niet. Hoewel hij twee keer mocht juichen, waren er ook twee sprints waar hij er niet aan te pas kwam, ondanks een prima plaatsing.

Met deze achtdaagse in de benen en nog wat weekjes training, zal Ewan niettemin de te kloppen man zijn in de vlakke etappes. Alleen, hij heeft in aanloop naar de Giro al aangegeven dat hij de ronde niet zal uitrijden. Dat is wel een voorwaarde om de paarse puntentrui te winnen en dus valt Ewan bij voorbaat af. Mark Cavendish lijkt wel gewoon Verona te willen halen. De snelheid lijkt weer helemaal terug bij de 36-jarige Brit, die dit jaar al drie keer de zegeruikers op mocht halen. Een rit in de Tour of Oman, eentje in de UAE Tour en Milaan-Turijn werden aan zijn reeds imposante palmares toegevoegd.

Vorig jaar kwam, na enkele moeizame jaren, de wederopstanding van Cav. In de zomer pakte hij vier etappes en het puntenklassement van de Tour. Het puntenklassement in de Giro won hij ook al eens, in 2013. Dat jaar boekte hij tevens vijf ritzeges in Italië. Bij zijn eerdere deelnames (in 2008, 2009, 2011 en 2012) wist hij ook telkens minimaal twee ritten te winnen. Het is niet onmogelijk dat Cavendish die statistiek in stand houdt, maar dan moet hij wel beter doen dan in zijn laatste koers. In de Circuit de la Sarthe kwam hij niet verder dan een derde plaats in de slotetappe.

Cavendish is het winnen nog niet verleerd – foto: Cor Vos

De Circuit de la Sarthe is echter alweer bijna een maand geleden en dus moet er ook weer niet te veel waarde aan worden gehecht. Voor Eschborn-Frankfurt gaat dat niet op: de voormalige Rund um den Henninger-Turm werd minder dan een week voor de Girostart verreden. Hoewel natuurlijk ook weer niet alleszeggend – want een momentopname -, was deze eendaagse voor enkele sprinters wel een laatste test. Zo ook voor Giacomo Nizzolo. De Italiaan werd achttiende en zal dus niet tevreden zijn geweest met zijn generale repetitie. Zijn moraal heeft er evenwel niet onder geleden. “Ik ben er klaar voor en ik kan niet wachten om te koersen”, zei de renner van Israel-Premier Tech maandag op de ploegsite.

De allersnelste is Nizzolo niet. Dat blijkt ook uit zijn aantal overwinningen van dit jaar: 0. Wel was hij er met drie top-drie plaatsen al vaak dichtbij. En wie er in een grote ronde vaak dichtbij is, ook op momenten dat andere sprinters punten laten liggen, komt automatisch bovendrijven in het puntenklassement. De allersnelste we de renner van Israel-Premier Tech qua sprintsnelheid ook weer niet onderschatten. Vorig jaar liet hij immers zien het wel degelijk af te kunnen maken: na in totaal elf tweede plaatsen, won hij in Verona eindelijk zijn eerste Girorit.

Het puntenklassement van de Giro had de Italiaan toen al tweemaal op zijn naam geschreven, in 2015 en 2016. In zijn meest recente ronde, de Tour of the Alps, was hij niet bezig met truitjes. Trainen was het devies in de bergachtige rittenkoers. Nizzolo is namelijk op de weg terug, nadat hij in Milaan-San Remo zijn pols brak. Daarna kwam hij even niet in actie, maar stil heeft hij niet gezeten. Bij zijn comeback in de Brabantse Pijl werd hij keurig achttiende.

Bauhaus (midden) klopt Nizzolo (rechts) in Tirreno-Adriatico – foto: Cor Vos

Voordat dit alles had plaatsgevonden, was Nizzolo er overigens al wel een keertje ontzettend dichtbij geweest in 2022. In de laatste etappe van Tirreno-Adriatico moest hij slechts één renner voor laten: Phil Bauhaus. Deze Duitser is bezig aan een meer dan behoorlijk seizoen. Naast zijn sterke optreden in de Koers van de Twee Zeeën, deed hij ook in de Ronde van Catalonië leuk mee. De renner van Bahrain-Victorious werd tweemaal tweede. Wat echter in Bauhaus’ nadeel spreekt, is dat hij in ruim zeven jaar als prof slechts twee grote rondes heeft gereden. Nooit wist hij te finishen.

Kijken we verder op de startlijst, dan zien we dat naast Cavendish en Nizzolo nog twee oud-winnaars meedoen. De eerste daarvan is Arnaud Démare, die in 2020 Peter Sagan aftroefde in de strijd om de Maglia Ciclamino. Een jaar eerder eindigde hij kort achter Pascal Ackermann als tweede. Ook deze Giro zal de Fransman mee willen bikkelen om de topplaatsen, maar echt indruk maken, heeft Démare al een tijdje niet gedaan. Ja, hij won vorig jaar op knappe wijze Parijs-Tours, maar voor de rest was 2021 een mager jaar. En 2022 lijkt vooralsnog niet veel beter. Al werd hij in Tirreno-Adriatico wel tweede en reed hij ook een verre van slechte Milaan-San Remo.

Wat Démare in ieder geval voor heeft op veel van zijn concurrenten, is dat de hele ploeg in zijn dienst zal rijden. Alleen Attila Valter zal bezig zijn met een klassement, de rest is in Italië om sprints voor te bereiden. Of Fernando Gaviria, de vierde oud-winnaar (2017), ook op zoveel steun zal kunnen rekenen, is twijfelachtig. UAE Emirates heeft met João Almeida een serieuze kanshebber voor de eindzege. Gaviria kan nochtans wel wat hulp gebruiken, want de Colombiaan beschikte in de Ronde van Romandië duidelijk nog niet over zijn beste benen. Bij de enige sprintkans die hij kreeg, zat hij in perfect geplaatst, maar kwam hij niet verder dan een derde plaats. Hij wist ternauwernood Aleksandr Vlasov af te houden.

Demare won in 2020 vier etappes én het paars – foto: Cor Vos

Maar we moeten we niet te hard oordelen over die prestatie van Gaviria. De Colombiaan maakte in Zwitserland zijn comeback, nadat hij twee maanden uit de roulatie was met een sleutelbeenbreuk, opgelopen bij een val in de Omloop Het Nieuwsblad. Afgelopen zondag was hij dan ook alweer een stuk sterker. De Italiaan werd tweede in Eschborn-Frankfurt, achter Sam Bennett.  In tegenstelling tot Nizzolo en Démare, wist de 27-jarige sprinter dit jaar bovendien al te zegevieren. Twee keer zelfs. Zowel de openingsrit als de slotetappe van de Tour of Oman 2022 staan op zijn naam.

Op het moment dat die Tour of Oman verreden werd, half februari, zat Mathieu van der Poel in Spanje. De Nederlander had net een noodgedwongen rustperiode achter de rug en begon aan zijn heropbouw. Weinig mensen verwachtten op dat moment dat MVDP de grote voorjaarsklassiekers nog zou rijden, laat staan kleuren, maar hij deed mee. En hoe.

In precies tien koersdagen, reed Van der Poel zeven keer top-10. Zes keer eindigde hij bij de eerste vijf, drie keer was hij de beste. In de Giro d’Italia zal hij op zijn minst een vierde zege bij willen schrijven en de kans is groot dat hij daarin slaagt. De paarse trui ligt, hoewel hij in principe de capaciteiten ervoor bezit, minder voor de hand. Door het wegvallen van zowel Tim Merlier als Jakub Mareczko heeft Alpecin-Fenix weliswaar geen pure sprinter in de gelederen, maar daarmee is niet gezegd dat Van der Poel zich opeens dag na dag in de sprintdebatten zal mengen. Daarnaast is het nog maar de vraag of Van der Poel de Giro uitrijdt: hij is een van die renners die al met de Tour de France in hun achterhoofd zullen zitten. Maar goed, als iemand ervan houdt om ons te verrassen…

Verrassen, dat deed ook Biniam Girmay dit voorjaar. Natuurlijk had de Eritreeër zijn klasse al geëtaleerd – sla zijn uitslagen van vorig najaar er nog maar eens op na -, maar een vijfde plaats in de E3 Saxo Bank Classic en winst in Gent-Wevelgem? Dat had niemand voorzien. De 22-jarige Girmay bleek bovendien van alle markten thuis, want in februari won hij ook al een echte massasprint. In de Trofeo Alcúdia toonde hij zich de snelste van het hele pak. Nu was de tegenstand op Mallorca niet zo sterk als in de Giro, maar als de renner van Intermarché-Wanty-Gobert in de vlakke etappes punten sprokkelt, kan hij in de ritten met meer reliëf toeslaan. Daarom is hij een gevaarlijke klant voor het paars.

Girmay klopt onder ander Nizzolo in de Trofeo Alcudia – foto: Cor Vos

In de editie van 2021 was Davide Cimolai dat ook. De Italiaan kon als enige de dit jaar afwezige Sagan bedreigen en werd uiteindelijk tweede in het nevenklassement. Deze eindpositie dankte hij onder andere aan twee tweede plaatsen. Zo won hij de pelotonsprint in de derde rit, vier seconden nadat Taco van der Hoorn als triomfator de streep was gepasseerd. Dat was toen wellicht wat onverwacht, want Cimolai had in aanloop naar de Giro weinig gepresteerd. Nu is dat niet anders. De 32-jarige, die afgelopen winter de overstap maakte van Israel Start-Up Nation naar Cofidis, kwam dit jaar nog niet verder dan een vierde plaats in de slotrit van Tirreno-Adriatico. En dat was dan ook nog zijn enige toptienplaats.

Alberto Dainese heeft dit jaar al een handvol toptienplaatsen. Eén keer eindigde hij als tiende, eenmaal als achtste en driemaal als vijfde. De sprinter van Team DSM gooit zich er regelmatig tussen, maar echt dichtbij kwam hij tijdens de Saudi Tour, UAE Tour, Tirreno-Adriatico en de Ronde van Turkije nog niet. In die laatste ronde deelde hij het sprintkopmanschap met Sam Welsford en Cees Bol. Waar Welsford zijn ritje meepikte, moest Bol het doen met enkele ereplaatsen. Al zal zijn vierde plaats in de tweede etappe waarschijnlijk een opsteker zijn geweest, want de Nederlander had eerder in het seizoen nog nauwelijks ereplaatsen weten te noteren. In de Giro moet er voor zowel Dainese als Bol dus een schepje bovenop, willen ze echt meedoen voor het paars.

U merkt het, we zijn inmiddels bij de outsiders aanbeland. Daartoe behoren bijvoorbeeld ook Sacha Modolo en Filippo Fiorelli van Bardiani-CSF-Faizanè. Drone Hopper-Androni Giocatolli stelt dan weer Natnael Tesfatsion op en bij Cofidis heb je naast Cimolai ook Simone Consonni. Die laatste start volgens het Franse team op gelijke voet met Cimolai. Consonni deed dit seizoen al vaker mee in massasprints dan zijn ploeggenoot, maar tot hele dichte klasseringen leidde dat nog niet. In Eschborn-Frankfurt werd hij achtste.

Bol en Dainese moeten het doen bij Team DSM – foto: Cor Vos

Tot slot, moet nog worden opgemerkt dat de beste klimmers niet bij voorbaat kansloos voor een goede uitslag in het puntenklassement. Winnen wordt lastig, maar vorig jaar eindigde Egan Bernal wel als vijfde. Een jaar eerder werd João Almeida zelfs derde. Iemand die zowel in de bergetappes als de overgangsritten meedoet om de overwinning, zoals een Almeida, kan dus wel degelijk een rol(letje) spelen in de strijd om het paars. Dat geldt ook voor vluchters, voor wie er onderweg flink wat punten te rapen zijn. Andrea Vendrame (2020) en Dries De Bondt (2021) eindigden zo beiden een keer op de zesde plek.

Dit jaar zou Magnus Cort op deze manier hoog in het puntenklassement kunnen eindigen. Al is het even afwachten hoe het met zijn vorm zit. De Deen brak in Tirreno-Adriatico zijn sleutelbeen en kwam nadien niet meer in actie. Als zijn conditie echter net zo goed is als in de Vuelta van vorig jaar (Cort won daar drie etappes en werd derde in het puntenklassement), kunnen de andere favorieten voor het paars nog weleens last van hem krijgen. Ook in sprints van grotere groepen staat hij namelijk zijn mannetje.

De deelnemerslijst is op het moment van publiceren nog niet compleet. Daardoor kunnen later nog updates doorgevoerd worden in deze voorbeschouwing.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Giacomo Nizzolo
*** Mark Cavendish, Binian Girmay
** Arnaud Démare, Fernando Gaviria, Mathieu van der Poel
* Phil Bauhaus, Alberto Dainese, Magnus Cort, Simone Consonni

Website organisatie
Deelnemerslijst (WielerFlits)



RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.